De oude zaak Godefrooi

Titel
De oude zaak Godefrooi

Jaar
1921

Overig
Boek van Scherts en Minnarij

Pagina's
210



groot huis als ingekwartierd. Dan keken zij alle deuren, sloten, raam-kozijnen en wat daar meer voor in aanmerking kwam erg secuur na; zoo secuur, dat ze louter aan het nazien van wat kleinigheden soms wel een heelen dag besteedden. Waarna ze weer minstens nóg een dag behoefden om het euvel tot in den grond te herstellen.

In die groote, meestal door weinig menschen bewoonde en daardoor muisstille huizen, gedroegen zij zich zoo stil als muizen. Ze werkten wel, als dat noodig was, maar heel bedaard en zonder rumoer. Luidruchtige bezigheden als schaven en zagen vermeden zij zooveel mogelijk en, wanneer het gebruik van een hamer noodzakelijk bleek, kondigden zij altijd een dag tevoren dat feit aan. De weinige krullen en vezels welke zij schaafden en zaagden zochten zij altijd met gierige zuinigheid bij elkaar. Niet, omdat die zoo kostbaar waren, maar omdat de traditie nu eenmaal vermeldde dat volk van Godefrooi het de „hooien” altijd zoo gemakkelijk mogelijk maakte. Fluiten of zingen op karwei, zou in hun geest gelijk hebben gestaan met brandstichten, maar zelfs het luide praten vermeden zij. Wat gezegd moest worden, werd gefluisterd en wat niet kon worden gefluisterd, verzwegen zij. En nooit, zoo luidde de Godefrooi overlevering, had een der werklieden het gewaagd een „hooi” van een klant anders, dan met zoetsappige vriendelijkheid toe te spreken en te bejegenen.

Hiermede wordt beoogd de beweringen van werklieden der andere oude winkels, als zou personeel van Godefrooi zich wel eens hebben schuldig gemaakt aan het kussen van en afspraken maken mét dienstmeisjes, als vuige laster aan den kaak te stellen. Trouwens, waren de mannen van Godefrooi niet slechts altijd op leeftijd, maar ook getrouwd. En de zeer, zéér enkele timmerman die, hoewel niet zóó oud en ook niet getrouwd, toch eens een poosje bij een Godefrooi mocht hebben gewerkt, moest er tot aanbeveling wel zóó oud en verweerd hebben uitgezien dat het voor elk levenslustig meisje een gruwel zou zijn geweest hem aan te zien, laat staan met hem te flirten.

Al deze opgesomde superieure eigenschappen waren de meest hechte onderdeden, steunselen als het ware, der beroemde reputatie van de „zaak” Godefrooi. Een reputatie die, zooals uit deze geschiedenis blijken zal, het slachtoffer werd van een aanval, nee, van een serie van de meest koelbloedig overlegde aanvallen, welke het op haar vernietiging had voorzien. Maar, vóór ik dat sober en duidelijk ga ver.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.