De oude zaak Godefrooi

in de plaats waarlangs nu de dochtertjes als matroosjes op en neer klauterden.

De loodgieters waren met veel herrie in den kelder begonnen en schenen vooreerst geen plan te hebben naar boven te komen. Daarom stelde Dirk het sloopen van het privaat in de keuken nog wat uit, wijl hij hun hulp behoefde om het nieuwe closet te plaatsen. En naar hun houding te oordeelen die Godefrooischer was dan van de Godefrooiers zelven, waren zij daar vooreerst nog niet aan toe.

Den volgenden morgen was het blonde vrouwtje even vriendelijk tegen hem, maar ze deed uit de hoogte, toen hij toespelingen maakte op den vorigen dag. Het verwonderde en griefde hem en om zijn zinnen wat te verzetten zocht hij de bewoners der bovenste verdieping op. Maar het noodlot scheen hem ook daar ongunstig. De „rooie” was niet thuis en nadat de oude vrouw hem vijf minuten aan één stuk had afgesnauwd omdat hij zoo luid aan de deur had geklopt, was hij in zijn schik dat ze hem heelhuids liet gaan.

In den middag was het blonde vrouwtje weer voor hem te spreken en amuseerde hij zich nog beter met haar dan tevoren. Het was nu geen plotselinge overval zijnerzijds noch onverwachte overgave van haar kant. Zij wisten nu beiden wat komen zou en genoten er van.

Mina voelde wel dat de keuken haar grootste aantrekkelijkheid voor Dirk had verloren en dat hij zich bewust en koel van haar afwendde. Maar dat speet haar niet. Ze vond hem een leuk „joch,” maar méér ook niet.

Dat hij het „huis” opzettelijk meed, schreef zij toe aan zijn negatief succes, bij haar. De jonge mevrouw van Korselaer had zij altijd gekend als een dame die zich wist te gedragen en het kwam niet in haar op dat Dirk andere redenen dan die met zijn werk samenhingen kon hebben, om haar zoo trouw en langdurig te bezoeken. De beide oude opperlieden en de loodgieters bleven bij dokter van Rooyen bezig en nu dacht ze, zooals trouwens de werkelijkheid nabij kwam, dat Dirk hun moest vóór blijven op de verdiepingen.

De meisjes, Leentje en Lientje, misten hem bijna voortdurend na eiken schooltijd dat ze thuiskwamen en het hinderde haar meer dan zij zich zelve en elkaar verzekerden. Reeds de wijze, waarop haar vader voor het eerst over hem had gesproken had haar beider belangstelling voor hem opgewekt en haar kortstondige kennismaking met hem had die eerder versterkt dan gesust.