De oude zaak Godefrooi

Titel
De oude zaak Godefrooi

Jaar
1921

Overig
Boek van Scherts en Minnarij

Pagina's
210



57

hoofd. De oude opperlieden hadden hun al eenigszins ingelicht omtrent hun dwazen makker, maar ze waren nog niets gerust. Hun patroon had eens in een erg drukken tijd een jongen knecht voor tijdelijk aangenomen, wel tien jaar geleden, en maanden nadat hij weer was vertrokken kwamen er nog vertoornde moeders en broers in hemdsmouwen naar hem informeeren. Ze wisten alles van die jonge lui af.

Dirk liet ze hun gang gaan en wandelde naar de bovenverdiepingen om eens bij de buren een kijkje te nemen. Zoolang zijn werk bij dokter van Rooyen zou duren, beschouwde hij diens huis als het zijne, waarin hij zich vrijelijk kon bewegen. Maar nu lag het hoofdzakelijk in zijn bedoeling, het „rooie dochtertje” van de „bovenste” eens goed op te nemen.

Eigenlijk was hij woedend op Mina dat ze, trots zijn tegemoetkoming, even onverschillig bleef als den vorigen dag. Hij was dat niet gewoon en daarom griefde het hem des te meer. Ze scheen er al zeker van te zijn dat hij „smoor” op haar was en daarom had ze hem van de rooie dochter gesproken, dacht hij. Want, dat het meisje zoo leelijk zou zijn als Mina haar beschreef, kon hij niet goedschiks aannemen.

Op de onderste verdieping woonde een jong echtpaar waarvan de man boekhouder was aan een fabriek en overdag niet thuiskwam. Het vrouwtje, een lieve blondine van even vijf en twintig jaar, riep Dirk vriendelijk toe dat hij maar moest binnenkomen. Ze had van de bazen gehoord dat er bij haar ook moest worden gewerkt zei ze, en hoe eerder de timmerman begon, des te gauwer was ze hem weer kwijt.

—    ’k Heb nog gein eins, ’n voet in huis gezet — en nou wil u me d’r weir uit hebbe, verweet hij haar en zijn blik gleed bewonderend langs .haar klein, mooi figuur. Ze zag zijn blik en bloosde Ze was nu al vijf jaren getrouwd en haar man bewonderde niets meer aan haar.

—    Moet u hier veel doen? vroeg ze.

—    De prifaat mot weg, d’r komt ’n closet. En de oanrecht mot ik sloupe, fanweigens d'r ’n nieuwe gootstein komt en nog meir. Wat binne ’tbofe four mensche? vroeg hij daarop als hoorde het er bij.

Het vrouwtje vond die vraag niet ongewoon en was blij een nieuw en onuitputtelijk onderwerp van conversatie te hebben. Ze trippelde wat heen en weer en schonk voor Dirk een microscopisch kopje thee in en vertelde onder de hand van haar bovenburen. Lui die het goed hadden; de oude vrouw moest veel geld hebben, maar gierig — o zoo gierig.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.