De oude zaak Godefrooi

Titel
De oude zaak Godefrooi

Jaar
1921

Overig
Boek van Scherts en Minnarij

Pagina's
210



43

gezicht aan toe terwijl hij den deurknop reeds vasthield, hoe minder je de werklieden in hun doen en laten belemmert en hoe minder je ze laat merken dat ze in een bewoond huis en erg onwelkom zijn, des te harder zal het werk ópschieten en des te eerder ben je ze weer kwijt.

—    Ik wou maar dat je dit huis nooit had gekocht, klaagde mevrouw van Rooyen zacht. Cor — het zal toch wel erg onvrij zijn — zoo dag aan dag — —

—    Och kindje, ’t is maar voor een maandje, dan hebben we weer een heel nieuw huis, zegt Godefrooi.

—    Ik was met het oude tevreden.

—    Maar de bouwpolitie niet, schertste dokter. Nou — da-ag — en let op de kinderen.

Hij stapte reeds de deur uit en kwam op de trap het keukenmeisje dat de tafel kwam afnemen, tegen.

—    Zal je de mannen niet het hoofd op hol brengen, Mina ? verzocht hij haar schijnbaar hoogst ernstig.

—    ’t Zulle me wat mannen zijn, zei ze op haar meest kleineerenden toon. Als dat zelfde ouwe stel weer komt wat hier verleden jaar is geweest, mag u wel een verpleegster voor ze aannemen. Ik wed dat ze nou niet eens meer rechtschapen.de trap kunnen oploopen.

—    En ze moeten haar juist sloopen en vernieuwen.

—    Zij r

—    In elk geval heeft meneer Godefrooi toch nette menschen in zijn dienst, zei dokter kalmeerend. Hij kon nooit goed tegenover het meisje den afstand-toon aannemen zooals tegenover zijn patiënten, wijl hij en zijn vrouw, ja de kinderen nog meer, haar eerder als huisgenoot dan als dienstbode beschouwden. Doch, in de vijf jaar dat Mina de familie van Rooyen had gediend en zich onder mevrouw’s leiding tot een bekwaam keukenmeisje had ontwikkeld, had zij met haar innig-gemeende aanhankelijkheid, die genegenheid ook werkelijk verdiend. Haar luiden, hartelijken en toch niet hinderlijken lach voelden de huisgenooten dan ook altijd als een aangenaam geluid, omdat ze wisten dat hij slechts werkelijke vroolijkheid tot oorzaak kon hebben.

Ook nu lachte Mina haars ondanks om den quasi-ernstigen rimpel tusschen dokter’s oogen, bij zijn laatste gezegde.

—    Nou — dat is zoo ! beaamde ze vroolijk. Maar — als ze op dien leeftijd ook nog niet net waren, verbeeld je.

—    Dag Mina — pas je goed op de provisie-kast.

—    Ja meneer — dag meneer ! Neuriënd liep ze de trap op.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.