De oude zaak Godefrooi

Titel
De oude zaak Godefrooi

Jaar
1921

Overig
Boek van Scherts en Minnarij

Pagina's
210



38

’t Was eenige dagen later dat Godefrooi tégen zijn gewoonte, in den huiselijken kring met Ferdinand over werk sprak. De meisjes letten er niet op, tot Coba’s aandacht werd getroffen door het noemen van Dirk s naam.

—    Hij moet uiterlijk over een paar dagen bij vanRooyen beginnen, zei vader bedrukt, als stond het hem niets aan. Zeg — wil je gelooven Fer — dat ik er eigenlijk voor terugschrik.

—    Hoe bedoelt u?

—    Ik weet niet — of ik er hem wel vertrouwen kan.

—    O! zei de jonge baas geruststellend. Als het op vertrouwen aankomt, durf ik hem net zoo goed alles toevertrouwen als aan Dorus. Hij heeft een paar flinke handen aan zijn lijf.

—    Dat heeft hij — ofschoon hij niet de eenige is. Anders kon ik hem ook heelemaal niet hebben. Maar vertrouwen en vertrouwen zijn twee. Als ik hem daar heen stuur — en hij maakt het werk magnifiek in orde maar ik ben meteen dien klant kwijt — dan stuur ik hem al zoo lief naar zijn baas terug.

—    Ik heb niets tegen hem — ik vind ’m een leuk-sjap, zei Fer rondborstig.

—    Misschien wel een beetje al te leuk — dat is ’t hem.

’tKomt me voor alsof, sinds dat ik ’m heb, de lieele boel anders is dan anders--

—    Dat zei ik immers al, lachte de zoon. Het waait beneden.

—    Klets niet! zei Godefrooi bars, wie heeft het over waaien. Dat zingt en fluit hier én bij de menschen; bij alle klanten waar hij komt, heb ik later een complimentje in ontvangst te nemen, ’k Heb ’t nog nóóit zoo beleefd, bij niet één.

Godefrooi zweeg even en dronk zijn thee. Moeder onderrichtte Brechtje in een handwerkje en Coba scheen te lezen. Maar ze had elk woord gehoord en ze voelde zich geintres-seerd alsof niet over Dirk, maar over haar werd gesproken.

—    ’t Is een leuke gast en een pretmaker, herbegon Fer

dinand na een pauze. Ook hij had Dirk’s invloed in zich voelen doordringen. Eenige weken geleden zou hij die woorden niet zoo klakkeloos hebben durven uitspreken in den huiselijken kring, maar nu zei hij ze als vanzelf en vader scheen er geen acht op te geven. Van de week ’savond liep ik hem plotseling tegen het lijf — en wie denkt u was er bij hem ? Die Jans — die meid van Breslau. En ze lachten---

Vader knipoogde ernstig om hem aan Brechtje’s tegenwoordigheid te doen denken, maar hij had er geen aandacht op.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.