De oude zaak Godefrooi

Titel
De oude zaak Godefrooi

Jaar
1921

Overig
Boek van Scherts en Minnarij

Pagina's
210



32

Nu werd Dorus ernstig ongerust. Met zoo iemand had fyij nog nooit gewerkt en daarom dacht hij hem tot alles instaat.

—    Schreeuw niet sou — se hoefe niet alles te houre —. Ik heb

’t gesust — en nou mag je four fandoag hier nog werreke--.

—    Mag ik? Zeg ’s — woar is ze?

—    Moar morrege mot ’r een ander mei, zei mefrou. En dan zou ze niks an Godefroui segge — altaid — as je Gerritje verder mit rust loat. Se is d’r niet op gesteld.

—    Nei? Ik wou ’t juist s mit n end hout prebaire. ’t Is godverdikje om je een oap te lache. Of beloaser je me?

—    Bai ons, bai Godefroui--.

—    Loup noar je groumoer mit je Godefroui. Wil ik je ’s wat segge — je bint broaf ferfeilend. En weit je woarom ik ’m nog niet dros en den heilen dag hier bai jou blaif? Allein moar om ouwe Gerrit te foere en om mit Jans een lolletje te hebbe En fan oafond goan ik mit d’r uit!

—    Mit Gerritje? vroeg Dorus wezenloos. Dirk, nu bedaard, vulde een kom water en gaf die aan zijn makker.

—    Hieroh — zuip leig. Je bint wel een ouwe burgerturf moar ik kan toch niet goed sien dat je four m’n ouge fer-rekt. Nei —■ as je nou den heilen dag niet meir idioot doet, dan mag je het weite. Ik goan mit Jans op stap en t is een maid die d’r weitje weit. Loat je dat gedacht sain, ouwe, dronke tobbe.

—    Dat is nog nouit fourgefalle bai Gode--Hij vol

eindde niet, wijl hij schrok van Dirk’s veranderd gezicht. Toen gingen ze samen naar boven om de reparatiën op te nemen. Dirk kneep Jans in het voorbijgaan in haar hals, maar ze ging haastig opzij. Op de trap ontmoetten ze Gerritje die de oogen neergeslagen hield.

Dorus kwam weer een beetje bij. Hij was nooit vriendelijk en Dirk docht hem heelemaal zoo’n rare snuiter. Maar toch kon hij niet nalaten met hem te spreken en nog wel zijn opinie over de werkzaamheden te vragen. Die vroeg hij zelden aan zijn andere makkers, maar hij kon zich ook niet indenken dat een hunner zoo vreemd en buitenissig zou kunnen doen en spreken als Dirk. Daarom bleef hij hem als een soort wonderdier beschouwen waarmee hij ook anders moest omgaan dan met anderen.

Op den zolder werd de nieuweling ingewijd in een der pleizierige eigenaardigheden van het „Godefrooische”. Dorus trok het laddertje waarlangs zij waren opgeklommen óp en verbrak daarmee de verbinding met al wat lager was. Daarna

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.