De oude zaak Godefrooi

Titel
De oude zaak Godefrooi

Jaar
1921

Overig
Boek van Scherts en Minnarij

Pagina's
210



20

—    Wat geeft dat? Doar mep je dourhein. Want as ze ’t zóülang doet mot d'r noudig een end ankomme.

Hij zweeg en vatte zijn werk weer op. Dien tijd benutte Wup om zijn nieuwen makker eens danig op te nemen, als dacht hij, nóóit weer iemand te zullen ontmoeten die Dirk ook maar in de verte zou gelijken. En af en toe schudde hij het hoofd. Hij had wel eens van zijn makkers gehoord dat er winkels waren waar het personeel veel vrijer was en zich onverschilliger gedroeg dan bij Godefrooi. Maar Dirk scheen hem dan wel de ergste van allen.

—    Stoan je weir kure te moake — zeg ’t dan moar.

—    Ikke--? Nei-----Zeg ’s— bi-je nou echt van

plan je zou te bleife anstelle as je nou doet?

Dirk keek van zijn werk op en greep naar een stuk hout. Maar Wups jongensgezicht stond ernstig.

—    Wat bi je toch four n roar fentje. Stel ik nou an? Hoe bedoel je dat?

—    Nou — zoomoar. Dorus en de zure en die andere sain altaid feil stiller, durrefe temet d’r lui smoel niet oupe te doen.

—    Dat ouwe stel pruimtabak, zei Dirk verachtelijk. Méér zei hij niet maar spoog een keer of drie op den vloer. Af en toe keek hij den jongen van terzijde aan als verdacht hij hem van stiekeme-in de maling-nemerij en steeds hield hij een flink stuk hout bij de hand om het, bij de kleinste zekerheid, naar Wup’s hoofd te slingeren. Dit had hij altijd als een onfeilbare behandeling van jongens beschouwd en van een eenmaal opgevatte meening liet hij zich niet gemakkelijk af brengen.

De middag bracht nog meer afwisseling. Na schafttijd kwam Godefrooi bij hem met de vooropgezette bedoeling hem een weinig te polsen over zijn tegenwoordig en toekomstig gedrag. Zijn vrouw had hem gezegd dat „die nieuwe” geweldig had tekeer gegaan. Hij had gezongen, gefloten, onbehoorlijke taal uitgeschreeuwd en familiaar tegen Coba geknikt. Wat of-ie daar wel van dacht? had ze gevraagd, ’t Leek wel een bolsjewik of nog erger.

Het had hem een beetje opgewonden. Hij had het druk — ja — en geschikte mannetjes’” waren niet voor het grijpen. Maar toch moest hij eer met ze inleggen, hij had immers zijn reputatie op te houden.

—    Dirk, begon hij weifelend, want de jonge man keek

hem zoo vrij en openhartig in het gezicht als Dorus zich nooit had veroorloofd, heb je er al over nagedacht dat---?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.