18
— Juffrouw Coboa en Oagje.
— Is dat de maid ?
— Joa !
— ’k Zal direct ’s kaike.
— Bi-je mal — motte ze ’t teige de boas segge.
— Nou wat dan — wat heb ik nou an me pet ? Die is toch seiker ook een mensch —■ die ouwe boaliekluiver.
Wup schrok alsof hij een godlastering hoorde; dat had nog nóóit iemand op Godefrooi durven zeggen. Maar Dirk legde zijn schaaf neer en ging naar de deur.
Jongejuffrouw Coba was een schrale uit haar kracht en schoonheid gegroeide dertigjarige maagd, maar de tien jaar oudere dienstmeid zag er zoo welvarend uit als werd ze voor paaschkoe opgeleid. Dirk schoot, staande aan de deur, in een lach om die potsierlijke tegenstelling en knikte de beide vrouwen vertrouwelijk toe. Coba bloosde geducht om die vrijpostigheid van een knecht en Aagje verbaasde zich er zoo verschrikkelijk over dat ze den matteklopper uit haar handen liet vallen. Dirk nam hem aanstonds op en gaf hem over met een galant knikje.
— Fashouwe wat je hebt — hoür ! zei hij en ging daarop weer den winkel in. Coba bloosde nog steeds maar kon zich toch niet weerhouden den knappen, jongen man na te oogen. Toen hij zich echter nog eens omkeerde en haar joviaal toelachte wendde ze zich gekrenkt af.
Hij maakte niet slechts grapjes maar werkte er ook tusschen door. Terwijl Wup nog inwendig stond te filisopheeren over Dirk s verregaande vrijmoedigheid van Godefrooi’s dochter toe te lachen, was zijn makker al weer druk aan het werk en deed hij de krullen door den winkel stuiven.
Hij mat niet, noch paste hij twee, drie keer hetzelfde stuk, zooals Wup altijd de anderen had zien doen. Hij legde eêns zijn duimstok op het hout, teekende de maat af en rits — daar sneed de zaag er al doorheen. En zoo ging het ook met schaven en bijsteken.
Zijn werk was oude deuren inkorten, afschaven en repareeren. Ook moest hij eenige nieuwe raamkozijnen maken, iets wat hem heel eigen was wijl hij tot nog toe uitsluitend in den nieuwen bouw had gewerkt
Na het incidentje met kleedenkloppen werkte hij een uur lang gestadig door. Het werk vlotte zóózeer naar zijn zin dat hij een lustig wijsje inzette en het, na het te hebben gezongen, nog eens in de puntjes floot. Wup schrok zichtbaar van dit