De oude zaak Godefrooi

Titel
De oude zaak Godefrooi

Jaar
1921

Overig
Boek van Scherts en Minnarij

Pagina's
210



17

keeren achtereen naar boven. Daarna wierp hij hem recht voor zich uit, doch zoodanig dat de jongen op zijn beenen terecht kwam hoewel dan op de teenen van de „zure”. Deze onderdrukte een vloek en stoof opzij waardoor hij een pot verf omwierp.

Bij het zien van dat ongeluk verstijfde het personeel als van schrik en keek wezenloos naar de al meer uiteen vloeiende groene verfplas. Alleen de jongen grinnikte het uit, bij het zien van Dirk’s komisch gezicht. De nieuweling had schik in de verwarring welke hij volstrekt niet aan zichzelf wreet en zijn vroolijklieid werkte aanstekelijk op den jongen.

—    Wat moak je nou een rotkeit, Gerrit, verweet hij den „zure”. Bi-je zou nou bai je thuis ouk ?

Hierop gichelde de jongen het luidkeels uit — iets wat hem nog nooit in den winkel was overkomen. En toen voelden de oude mannetjes dat er iets in hun midden was gekomen, dat geen eerbied had voor zijden petten met tabakspruimen er onder en voor lederen voorschoten.

Den geheelen dag bleef hen dat gevoel beheerschen. Toen baas Godefrooi de noodlottige verfplek zag die maar zeer primitief door Wup, den jongen, was gereinigd, speelde hij niet als hij anders deed, direct op. Hij vermoedde iets van de toedracht der zaak maar wilde zich niet den eersten dag al tegenover een vreemde blootgeven. Innerlijk betreurde hij de noodzakelijkheid die hem had genoopt een nieuweling aan te nemen. Maar vecht nou eens tegen de bierkaai of tegen de drukte ?

Dien eersten dag stuurde hij Dirk nog maar niet naar het werk dat hij voor hem had bestemd, doch hield hem bezig met winkelwerk. De anderen vertrokken, de een na den ander, met opdrachten voor allerlei kleine werkjes. Alleen Wup bleef Dirk gezelschap houden en had daar geen spijt van. Eigenlijk heette hij Hendrik maar men noemde hem in den regel Wup, voor het gemak. Bij de juffrouw en de jonge juffrouwen heette hij, als hij boodschappen moest doen, Wuppie en de „zure” noemde hem dikwijls rot-Wup.

Hij amuseerde zich kostelijk met den nieuwe en lachte dien eersten dag méér, dan hij het laatste half jaar had gedaan.

—    Je most an Floroa of an C’ree sien te komme, raadde hij zijn nieuwen makker aan. Ik lach me nog’n pest mit jou.

Dirk gedroeg zich dan ook in alles heel anders dan de oude mannetjes van Godefrooi Toen hij op straat hoorde kleedenkloppen keek hij den jongen vragend aan.

—    Wie zijn dat ?

De oude zaak Godefrooi.

2

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.