De oude zaak Godefrooi

Titel
De oude zaak Godefrooi

Jaar
1921

Overig
Boek van Scherts en Minnarij

Pagina's
210



12

voorwaard en van een nieuw werkje. Het betrof een geleidelijke, algeheele binnenvertimmering in een bewoond huis, een werkje dat van de werklieden evenveel beleid als bekwaamheid zou vorderen.

Daarover echter zat Godefrooi niet in het nauw; zijn volk was voor die taak volkomen berekend. Iets anders maakte nu voor hem een groot punt van gewicht uit.

—    Ja Fer, zei hij zeker wel voor de vierde maal — zoo is het jongen, we moeten er maar doorheen bijten.

Ferdinand had al een paar keer gevraagd door wat zij moesten heenbijten maar had nog geen bevredigend antwoord gekregen. Dat kon hem trouwens niet veel schelen, maar alleen hinderde ’t hem dat de „ouwe” al weer met dat praatje aankwam.

—    Of wist jij anders? vroeg Godefrooi uitvorschend.

—    Nee — volstrekt niet! zei de zoon droog. Hij was niet geheel van humor verstoken.

—    Dus — d’r moet eentje bij!

Nu begreep hij het geval en meteen, waarom het zijn vader zoo aangreep; er zou een nieuweling moeten worden aangenomen. Dat was eon nieuw, een ongekend iets in de zaak Godefrooi, doch aan terugdeinzen viel niet te denken. Het nieuwe werk maakte het noodzakelijk, wijl van andere karweien niet voldoende volk kon worden „gelicht.” Hij had het nog nooit meegemaakt, dat zijn vader een nieuwen knecht aannam. De eenige mutatie die hij af en toe had zien plaats vinden betrof het weggaan van den krullenjongen, als die iets was opgeschoten en het in zijn plaats komen van een nieuw „jochie.” En nu zou er een nieuwe knecht noodig zijn.

—    ’t Is toch vooruitgang, vader, dacht hij gewichtig-doenerig te moeten zeggen.

—    Och jongen, vooruitgang is het niet. Het geeft toch altijd weer meer naloopen en andere moeite.

De zaak Godefrooi had nog niets bespeurd van een nieuwe koers en werd gedreven op den ouderwetschen, gemoedelijken voet.

—    Wien had u gedacht te nemen P

—    Dat is het ’m nou juist. Néém maar eens. Ze liggen niet opgeschept.

Dat was inderdaad Godefrooi’s groote zorg op dat moment. Hoe zou hij aan een timmerman komen? Eigenlijk rekende hij alleen werklieden van oude winkels als de zijne, tot de „timmerlieden” en noemde hij alle andere, werkzaam bij de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.