De Oude Dikke Dame plonsde boven op haar, grommend als een gewonde ijsberin en graaide haar nagels uit, om de vrouwen in het gezicht te krabben. Hoewel niet kunnende denken, drong zich toch instinctief aan haar op, dat de beide vrouwen haar hadden doen vallen; dus wreekte ze zich.
Het Jonge Ventje was voortgerend, toen de Sombere Man zijn aanval begon, maar betoonde nu den grootsten schik, in de catastrophe; hij danste van pret op het omgevallen hek, op de gillende jonge vrouwen en de grommende Oude Dame.
De Kampioen-Bokser kon de herrie zijner medepatiënten niet langer verdragen. Hij had gehoopt, dat zij zijn zoeken naar rust zouden begrijpen en hem mogelijk zouden maken, zijn waan tegen Barrèl uit te vieren. Nu zij zoo’n kabaal maakten, leek het hem, zelfs in zijn ver-gevorderden toestand, ondenkbaar, dat de apathische nieuweling iets zou kunnen opvangen van zijn liefde-historie, als hij die zou vertellen.
Hij sprong dus weer op, nam hem op de armen en droeg hem, tot boven de knieën door de modder wadend, naar den anderen kant, de hei in.
De anderen volgden, gevoelloos wadend door de modder, tot zelfs de Oude Dikke Dame. En de Naakte Dame en de Zeenymph, vrijgekomen van onder het hek, gingen haar achterna, schoon moeizaam loopend van uitputting en pijn.
De Kampioen-Bokser kon hun niet lang vóór blijven. Barrèl, slap en bewegingloos in zijn armen hangend, scheen voortdurend in gewicht toe te nemen en hem naar den grond te trekken.
Weldra had de Statige Feministe een slip van zijn colbert te pakken, terwijl haar hand werd vastgegrepen door den Man met het Dronken Gezicht, die achter haar liep. En zoo haakten ook de volgenden aan elkaar; tezamen nu vormend een
85