delen, om doornat geregend te worden. Hij geloofde daarin een nieuwe sensatie en een vreemd genot te vinden.
De telefoon ringelde.
— Ja, zei hij lusteloos.
— Mèt de bibliotheek.
— Nou, wat kan mij dat schelen!
— U moet komen lezen.
— Lezen?
— Ja. Ieder patiënt moet twee uren per week in de bibliotheek doorbrengen.
— En als ik dat niet verkies te doen?
— H’m. Dan valt U in de termen om vanmiddag naar de lezing van den directeur te luisteren.
— Zeker een lezing over het natuurschoon in den omtrek van ’t Brokkenhuis, zei Barrèl, zwartgallig.
— Welnee. Een lezing over de liefde.
— Is ’t le Grand ook al naar z’n kop geslagen? Dank je! schreeuwde hij woest.
Een vroolijke lach tintelde in zijn oor.
— Ja, hoor eens, U is hier gast en de gasten zijn verplicht de reglementen letterlijk na te komen. U moet evenals ieder ander gehoorzamen.
— Moeten.... ?
— Ja, moeten.
— Of....?
— Als U niet gehoorzaamt, pleegt U contract-breuk en daar staat direct ontslag op. Dan moet U het Huis verlaten. U had het kunnen weten, want in het contract, dat U hebt geteekend, staan alle bepalingen duidelijk weergegeven.
— Ik heb er geen snars van gelezen.
Weer lachte een jonge stem.
55