GELUK?
Barrèl poogde nu de gedachten en herinneringen aan het fantastisch-doorleefde zoo diep mogelijk in zijn onderbewustzijn terug te dringen. Want, evenals Milders, hield ook Roosbergen zich tegenover hem, alsof hij niets wist van hetgeen hij met hem had gezien en alsof hij geen zijner toespelingen er op begreep. Zelfs scheen het hem toe, als was de verstrooide geleerde volkomen oprecht, toen hij zich over zijn opmerking aangaande de koepelstad verbaasde.
Hij preste zich dus tot onverschilligheid ten opzichte van zijn zonderlinge ervaringen en gaf zich nu geheel over aan het leven en de genoegens der eerste klasse.
Evenals de anderen ging hij bij Bill Bartens lesnemen in turnen en hardloopen. Er werden moppen bij getapt en grappen uitgehaald en na de oefeningen waren de patiënten frisch en lenig. Hij nam deel aan wedstrijden en won eens zelfs een krans van geïllustreerde bladen, als tweede prijs. Milders maakte een parodie op Hamlet en voerde die met Barrèl, Wonnie, Gerda, Bella en van Gesteren voor de geheele Brok-kenhuis-bevolking op. Het spel werd in den avond op den daktuin bij magnesiumlicht en honderde lampions vertoond.
De vertooning veroorzaakte een geweldige wanhoopsuitbars-ting bij de derde klasse. Op het moment dat Van Gesteren, als Hamlet, op zijn hoofd staand zijn vader beschuldigde van zelfmoord door alcoholmisbruik, sprongen de patiënten onder angstig gehuil op en renden over het dak. Niettegenstaande de duisternis daalden ze verbijsterend snel de brandladders af, klommen over het hek, wipten óver of waadden dóór de sloot en joegen achter elkaar de hei door.
Eerst laat in den nacht kwamen ze terug, half verkleumd