stem, er is strijd en die is ernstig en geen liefhebberij-komedie. Ontken jij the struggle for life, bestaat die soms niet? En — de klassenstrijd dan, die den weg moet bereiden naar de sociale revolutie?
— Dus zooveel als proef-exerceeren voor de groote parade! riep Van Gesteren overmoedig.
— Zeg liever voorpostengevechten, die eiken grooten, beslissenden slag vooraf gaan.
— Dus, nam le Grand weer het woord, in ieder geval vechten om goéd te kunnen vechten in lateren strijd. En daarna dan? Wéér vechten?
— Daarna? Rosa keek hem aan, als vroeg hij naar den bekenden weg. Daarna krijgen we den grooten Vrede der Menschheid, dien we de Commune der aarde noemen.
— Dus toch door er voor te vechten? vroeg le Grand.
Het klonk als spotte zijn stem, doch in zijn oogen glansde
warme innigheid.
— Hoé denk je den Wereldvrede te winnen, als je er niét voor vechten wilt? barstte Rosa nu hartstochtelijk uit.
— Door er niet voor te vechten, door nóóit, zoomin voor dit als voor iets anders te vechten.
Waarom vechten om een vrouw, als er nog millioenen anderen zijn? Waarom vechten vóór of öm een droom, een ideaal, een leus als er milioenen droomen, idealen en leuzen zijn?
— Leuzen! protesteerde Rosa heftig, ’t Communisme een droom, de Wereldvrede een leus?
— Leuzen? vroeg Wonnie met een coquet lachje, noem jij een goedgekleede vrouw een leus, jij oolijkerd?
— Leuzen! gromde Bill Bartens, die even was ingedut en nu, plotseling wakker geworden, dacht dat ieder op zijn beurt dat woord moest nazeggen.
244