in en uit mannenarmen en de tien, twaalf paren die Barrèl opmerkte, krioelden gestadig door elkaar.
Hij zag geen musici en geen instrumenten. Het scheen alsof de muziek door de poriën van plafond, vloer en wanden de zaal binnen drong.
Een Russisch boerinnetje fladderde naar hem toe, nam zijn arm en voerde hem mee. En vóór Barrèl zich er van bewust was, zweefde hij op de melodie van een wals.
Die muziek kende hij niet; ze was hem gansch vreemd en nieuw. Oneindig scheen ze en schier niet te volgen door haar vele variatiën. Van moment tot moment verraste ze hem opnieuw en bijna willoos gaf hij zich gewonnen, aan de feeërieke omarming harer zweef-fantasie.
Hij had in geen jaren gedanst en zeker niet zoo lang achtereen en met zoo volstrekte overgave als nu. In de jaren van zijn verloving en huwelijk had hij het geloof in den dans verloren; soms smadelijk gelachen, om dat dwaze gedraai, zoo-als hij het dansen toen noemde, en het bespot. En nu ont-zweefde het Russinnetje ternauwernood zijn armen, of hij omvatte alweer een struische motorrijdster, in motorjas, een groote pet achterstevoren op en een blauwe bril voor haar masker. Eii toen zij hem, spelenderwijs, werd ontnomen door een vliegenier, danste hij datzelfde moment een dametje tegemoet, wier kleedij als symbool diende van de minderwaardigheid van het geld.
De dansende paren krioelden zóó snel om hem en door elkaar, dat hij ze, indien hij het had gewild, niet had kunnen tellen. Maar hij dacht daar niet aan. In een vrij moment om zich heen ziend, docht hem wel, dat in dat gewirwar méér menschen draaiden, dan het gansche Brokkenhuis bevatte aan patiënten en beambten.
Voortdurend kwamen er nieuwe bezoekers bij. Een reeks
189