Nauwelijks na een week na dien eersten nacht van heftige drift-bevrediging barstte het opnieuw los. Dezen keer begon het al in den middag en hield die wedstrijd in menschelijk uithoudingsvermogen aan tot na het ontbijtuur.
Nu was de onderlinge gemeenzaamheid grooter dan in den eersten nacht. De heeren wachtten geduldig op elkaar, om daarna bij een dame de waarheid te ervaren, dat het schijnbare streven van den geest en de ziel, zich metamorphoseert in een bewuste handeling van het lichaam. En er na praatten de man en de vrouw rustig met elkaar, over onverschillige dingen, als althans een van beide niet aanstonds een ander begeerde of door een ander begeerd werd.
Hoewel deze campagne heftiger begon dan de eerste, werd ze spoedig gemoedelijker. Wel zong de Oude Dikke Dame een enkel lied en speelde de Sombere Man een paar minuten piano, maar dat coquetteeren en lokken met geestelijke middelen was gauw gedaan. En weldra werd er ook niet meer over gesproken. Allen accepteerden stilzwijgend, dat uitsluitend de drang naar bevrediging hen deed lokken en hen tot elkaar bracht.
Het was ongeveer tien uur in den ochtend, toen de Man-met-het-Dronken-Gezicht uit het bed der Naakte Dame stapte. Even streelde hij haar gezicht.
— Wat doe je, blijf je öp? vroeg ze verbaasd.
— ’t Is mooi weer. Kijk eens.
Hij trok het gordijn opzij. Het blonde licht van den lentedag viel plots en lokkend de kamer binnen en fleurde die op.
— Ik wil even de lucht in, zei hij met lichte stem. Ik voel me zoo jong, alsof ik pas vijf en twintig ben en maanden lang gewerkt heb. Me dunkt, d’r zal hier of daar wel een fiets te
175