't Brokkenhuis

Titel
't Brokkenhuis

Jaar
1932

Pagina's
359



Ze lachte hem uit.

—    Hoe kom je er bij? Je bent pas in de twééde. Wou je er soms uit? Verveel ik je? spotte ze.

—    Klets niet, ik geloof dat ik uitgeleerd ben, zei hij ironisch.

Hij was nog in dezelfde stemming, toen le Grand hem in

den vooravond een bezoek bracht.

—    Uitgeleerd? antwoordde de directeur schertsend. Je verbeeldt je natuurlijk genezen te zijn.

—    Ja, dat denk ik.

—    Denk, denk. Kan je wel al denken?

—    Ik doé niet anders. Ik denk al dagen achtereen zóóveel, dat het best mogelijk is dat ik zoometeen zelf een gedachte word.

—    Bedoel je, dat je steeds meer „geestelijk” wordt?

—    Zooals je wilt.

—    Dus, steeds losser van de matérie en van de lichamelijke verlangens en behoeften?

—    H’m! bromde Barrèl. Ja.

—    Daar was die woeste nacht wel een overtuigend bewijs van, hield le Grand zonder medelijden aan. Niet anders en niets minder dan een geestelijke excursie, nietwaar?

—    Ja! zei Barrèl luid, als wou hij zichzelf, zoowel als le Grand overtuigen. Drang naar het bezit van zang en dans, van uiterlijke schoonheid, zielegrootheid, en nog meer inspireerde me....

—    Tot het samenzijn met iedere vrouw, elk vrouwelijk gevormd wezen, dat zich maar een schijn van aanlokkelijkheid wist te geven, vulde de directeur aan.

—    Ik overwon ze, ik veroverde ze.

—    Dat zeggen jullie allemaal, die andere negen in de klasse óók. Het heeft dunkt me iets weg van den fabel der twee honden, die elkaar opaten en enkel de staarten overlieten,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.