karakter moeten stellen. Echter, zóóveel hebben onze geleerden wel uit haar naam kunnen opmaken, dat wij, afgaande op haar ondeugden en negatieve hoedanigheden, Sitoeri mogen zien als het prototype der, volgens onze begrippen, volkomen normale vrouw.
Een verschil van groote beteekenis tusschen haar en Ginko-Foeri-Foetisch was, dat deze, gebrekkig en mismaakt geboren, door de mannetjes-aapmenschen werd uitgelachen en ontweken en zij daarom een list uitdacht, om met den sterkste hunner te kunnen paren, terwijl Sitoeri hen in niets afstootte. Zij was regelmatig gebouwd en behoorlijk behaard, was speelsch als een katje en vlug als een eekhoorn, gaf den aapmensch die haar besprong veel moeite om haar te overweldigen en wist daardoor zijn voldoening tot het hoogste op te voeren.
Indien de aapmenschen in dién tijd kennis hadden kunnen nemen van onze moderne literatuur, dan zouden de mannetjes Sitoeri een schoonheid en een zeer begeerlijke vrouw hebben genoemd, om den stand van haar neus en om het gebaar, waarmee ze zich ten laatste gewonnen gaf. Daar ze echter onze beschaving nog volkomen misten, namen ze haar, zooals ze elk ander wijfje zouden hebben genomen.
Tot dat ze haar eerste jong wierp, was ze geheel gelijk aan de anderen. Ze at, dronk, speelde en sprong, sliep of paarde, kortom, was een aapmensch, als duizend mét en millioen vóór haar. Doch, op den dag van haar bevalling, veranderde ze zoodanig van houding en leefwijze, dat haar voorbeeld het gansche aapmenschen volk opviel en beïnvloedde. Nu we een tamelijk zuiver overzicht hebben op dit laatste tijdperk der rechtopgaande aapmenschen, kunnen we dan ook gereedelijk aannemen, dat Sitoeri de eerste aapmensch was, die zich tot mensch maakte. Zij was het die, grootendeels onbewust en ongewild, haar volk den weg wees van vrijheid naar slavernij, van puur
130