Schuw keek hij op en tastte naar haar hand; hij liet haar boekje vallen.
— Mijn arme d’Annunzio. Ssst! ik hoor iets.
Zijn hand klemmend om haar vingers, keek hij verschrikt om.
Achter hen naderden twee meisjes.
Ze waren de Jonge Onbestorven Weduwe en de Statige Feministe, beide jong doch ernstig en zich bewust van een zekere waardigheid. De Statige Feminste droeg een reformjurk en kort haar. Toch zag ze er min of meer uit als een vrouw, door een bizonderen, triomfantelijken glans in haar oogen. *
De meisjes groetten Em en Barrèl als bekenden, doch liepen rustig verder.
— Hij zei, dat het leven zonder mij, voor hem een lange, naargeestige wandeling door de Sahara zou zijn, hoorde Barrèl de Weduwe zeggen.
— Waarom? vroeg de Statige Feministe, verwonderd.
Barrèl verstond niets meer. Hij bukte zich over Em’s hand
heen en kuste die.
— Waarom doet U dat? vroeg ze, ontroerd.
— Phine zei het daareven, waarom.
— Heb je dan iets met haar?.... ontsnapte haar argeloos.
Gekraak van bladeren deed haar plots zwijgen. Ernstig monsterde ze de snit harer nagels.
Luid-op pratend naderden de Sombere Man en de Kam-pioen-Bokser. Ze bleven bij Barrèl en Em stilstaan, als wilden ze iets vragen.
— Ze zijn hier nog geen vijf minuten geleden voorbijgegaan, voorkwam Em haastig.
— Wie bedoel je Em? vroeg de Sombere Man, nu een fiere, intelligente man, onverschillig.
9i