ander, dan is het misschien niets. SnaptU, dit is het lichtpunt. Misschien blijkt dus wel, dat dat kind niet eens bestaat.
Mijnheer Lobbes bromde, hoewel niet bepaald ontevreden, maar toch ook niet voldaan.
— Maar ik heb dat kind gisteren aan mijn tafel gezien en het schreide. Hoe verklaartU dit dus, als het eventueel niet bestaat ?
Joris Jochem stond zelfbewust op en keek den heer Lobbes schrander en energiek in het gelaat.
— Daaraan zijn we gewoon, in ons vak. Die vallen worden speciaal gezet om detectives om den tuin te leiden. Mijnheer Lobbes, ik moet een onderzoek ter plaatse instellen.
— ZooalsU wilt. Het liefst dan, als dat kan, zónder den argwaan van mijn huisgenooten gaande te maken.
Joris Jochem dacht na en schudde zijn hoofd. Dat zou hij wel kunnen klaarspelen. Hij stak mijnheer Lobbes de hand toe.
Deze, die daarin een verzoek om voorschot zag, stopte er een bankbiljet in.
— Dat is voor een trammetje en een sigaar, zei hij. Alle onkosten zijn natuurlijk voor mijn rekening en als je naar tevredenheid werkt, kun je op een flinke belooning rekenen.
Joris Jochem spoedde zich heen, naar de fabriek. Daar stonden Van Giesen, zijn mannen en de werklieden van Van Duren op een rij achter de hoofddeur, die op een kier stond. Een oogenblik dacht de detective dat men hem een stille hulde wilde brengen en nam zich voor, er zich aan te onttrekken. Maar hij bemerkte dra, dat elk hunner iets in de handen had: een stok, een bezem, of een stuk steen. De leerjongen had een conservenbusje met water in elke hand.
Joris Jochem wilde doorloopen, maar de jongen waarschuwde hem te wachten.
— Wat is er gaande? vroeg hij verwonderd.
ror