klacht over je moet hooren, ga je voor een jaar naar het pensionaat terug. Ik tref het wel met mijn kinderen.
Cora, die vier en twintig jaar oud was en voor zichzelf bijna altijd in de toekomst, over drie maanden, leefde, had kunnen lachen om die bedreiging. Bij elke andere gelegenheid zou ze er dan ook om hebben geschaterd, als een uitstekende grap. Nu echter was de toestand daarvoor te ernstig. Uit de woorden van haar vader bleek immers, opnieuw en duidelijker dan te voren, dat hij haar heelemaal vreemd was. Hij wist niets meer omtrent haar ; zelfs haar leeftijd bleek hem geheel onbekend te zijn.
Aarzelend stond ze op, om de kamer te verlaten. Niet zoozeer uit gehoorzaamheid, maar wijl ze behoefte gevoelde alleen te zijn, om te overwegen, wat haar te doen stond.
— Dat heb je er nu van, als je een paar dagen van huis bent en je
vrouw is te toegevend om de kinderen te regeeren. Zooals Karei......
— Wat is er met Karei ? vroeg mevrouw angstig.
— Karei, zei mijnheer Lobbes op verachtelijken toon, je zoon Karei. Ik had nét zoo goed een porceleinen pop in mijn plaats kunnen achterlaten. Als ik een volle maand was weggebleven, had ik de zaak moeten opheffen. Die merkte niet eens dat de boekhouder geen steek uitvoert, omdat de sukkel wegkrimpt van rheumatiek. Mijn kantoor is toch geen jicht-sanatorium?
— Is het zoo erg met Kooymans? vroeg mevrouw geschrokken. En hij heeft er nooit over geklaagd, wel ?
— De man kon geen seconde op zijn beenen staan, zei mijnheer Lobbes, schouderophalend. Maar ik zal zoo gauw mogelijk een ander voor hem nemen, voegde hij er aan toe. Een fabrikant is geen filantroop.
— Dan moet Karei het wel erg druk hebben gehad toen jij er niet was, zei Waller hartelijk. De jongen heeft me er niets van gezegd toen
39