— En U zegt, hard-gekookt, bracht ze er nu aarzelend uit.
— Wel hier en daar, spreek je nóg langer tegen? En zoo even zei ik je nog, dat ik van mijn leven het woord hard-gekookt niet in mijn mond heb gehad. Roep Lena hier!
Cora stoof de kamer uit en liep Lena bijna omver.
— Waar is moeder? vroeg ze.
— In de slaapkamer, geloof ik.
— Lena, vader roept je, maar zeg maar geen woord over gekookte
eieren en spreek hem volstrekt niet tegen. Ik ga naar moeder......
— Lena! bulderde mijnheer Lobbes’ stem.
— Ja, mijnheer, kraaide het meisje, maar draalde toch nog.
— Toe, ga nu, smeekte Cora. Ik ga naar moeder.
Mijnheer Lobbes stond aan de tafel, liet de rechtervuist er op rusten.
— De auto wacht nog, nietwaar? vroeg hij kort.
— Welnee, antwoordde Lena luchtig. U zei immers, dat ik den chauffeur moest betalen.
— Heb ik dat gezegd ? vroeg hij verwonderd.
— Zoo waar ik hier sta.
— En heb jij toen gezegd, dat hij kon wegrijden?
— Dat deed-ie al uit zichzelf. Van dat ééne ritje zou hij óók niet vet worden, denk ik.
— En ik heb je nog wel met nadruk gezegd, dat hij moest wachten. Is het hier dan een complot? Vlug, mijn jas en hoed.
Mijnheer Lobbes nam den hoorn van het telefoontoestel af en schakelde een nummer in.
— Wel allemachtig, sta je daar nóg? Is je dat óók nog te veel......
Ja, hier Lobbes. Direct een wagen alsjeblieft!...... DankU.
— MoetU dan niet eerst wat eten? vroeg Lena, wat bedremmeld.
— Nee, meisje, antwoordde mijnheer Lobbes sarcastisch. Als ik
IS