hebben. Dus zette hij het neer en liet het grazen in het groen langs de helling. En nu rustte hij ook een wijle.
Toen het verzadigd was, kwam het diertje weer bij hem. Hij tilde het op en droeg het weer verder en hooger.
Eindelijk na eenige uren gaans ontwaarden zijn oogen de woning in welke Joseph ben Simon huisde met zijn vrouw en zijn kinderen. Daar lag het doel van zijn tocht.
Nu de afstand er heen verminderde, werd zijn gang trager en gingen zijn gedachten weer weifelen. Wat immers, wat moest hij toch zeggen tot den man wiens dochter hij had medegevoerd en gehuwd tegen zijn zin?
Maar hoe langzaam hij ten laatste ook liep, naderde het eenvoudige huis, hem toch. En eindelijk stond hij voor den voorhang.
Nog even aarzelde hij; dan schoof hij met de rechter* hand het doek terzijde en trad hij naar binnen.
In die kamer zaten Joseph ben Simon en zijn vrouw Rachel; het jongste kind speelde aan haar voeten.
Zij keken elkaar aan toen hij binnentrad. .
Samuel zag schrik glimmen in de oogen der moeder, maar Joseph’s hand weerhield de beweging, waarmee ze Samuel wilde tegemoet snellen.
»Mijn gast is welkom,« zei de vader zacht. «Moeder, een reiziger bezoekt onze hut. Hij is met zweet over* dekt, geef hem je beste doek en koel water, opdat hij zich reinige. Vermoeienis teekent zich af op zijn gelaat, doe hem aanzitten in vrede. Geef hem van het beste brood en de koelste melk, die ge bezit, opdat hij zich verkwikke.«
Joseph had met één blik, Samuel, het lam en de mand met vruchten waargenomen, doch zijn blik verraadde niet dat hij had gezien en begrepen.
Rachel deed gelijk haar gezegd was. Samuel verfrischte zich en laafde zich dan aan Rachel’s zoete melk en versch brood.
Toen hij gegeten en gedronken had, wendde hij den
21