Israel’s veroveringsoorlog, zooals die van vader op zoon waren oververteld. En als Samuel ter neder zat cn in vervoering luid op vertelde van Jericho’s wonderbaren val en vooral van den hevigen veldslag, waardoor het reuzenvolk Anakim was vernietigd, dan vermeerderden zijn luisteraars met vele lieden, wier woningen nabij de zijne stonden. Dikwerf omringden hem honderd en meer menschen op zoo’n schoonen avond en aller roep was dan, dat Samuel véél wist en wel sterk Gods geest moest voelen, om zich zóó aan zijn volk te kunnen geven.
Debora zag dan wel, dat hij zich geliefd ging maken bij de mannen van Sukkoth, net als zijn vader voorheen, ja méér dan deze. En dat deed haar liefde voor hem en haar eerbied vermeerderen. Want, dacht ze, die door velen zoo geacht werd, moest wel een edel en waardig man zijn.
Maar als dan weer avonden aanslopen van regen en windvlagen en men den tijd verbracht bij het gloeien der takken, dan bekroop haar de weemoed der stille ges dachtc aan vader, aan moeder en aan de kinderen.
Dan antwoordde ze met weinig woorden op de vragen van Samuel en ging ze vroeger dan gewoonlijk naar haar sponde.
Eens, het was eenige maanden na haar huwelijk, liep ze Sukkoth uit, tot de omheining. Ze had niets gezegd tot Samuel, schoon zij eigenlijk ook niet wist, wat zij wilde voor zij de omheining genaderd was.
Daar voor stond ze nu stil en tuurde ze in de blauws doorweven verte. Ginds was de voet van den berg en dien opgaande, zou ze in eenige uren zijn bij hen, die haar alles waren geweest vóór ze Samuel gevolgd was.
Zou ze gaan ? Zou ze durven wagen den berg te bes stijgen, buiten het weten van haar echtgenoot en tot gramschap haars vaders.
Ze wist niet wat te doen, ze weifelde den eersten stap te wagen, doch ze tuurde, tuurde zóó lang en zóó verre, tot haar oogen pijn deden.
Toen zag ze komen en naderen de omheining, haar