Als hij in den ochtend wakker werd, was zijn Debora al op en bezig. Zij melkte dan reeds haar koe om den ochtenddrank gereed te zetten, en voegde daarbij eenige vruchten. En als hij, na zijn dienstbare den arbeid te hebben aangewezen, bij den hoogstand der ion weer huiswaarts keerde, dan was Debora vlijtig aan het weven of onderrichtte haar Ismaëlietisch meisje Sippora in de ver« schillende huiselijke bezigheden, die haar moesten eigen worden.
En in den middag sneed zij de groenten van het veld en verzamelde zij de vruchten, of zij bereidde het vleeschgerecht angstvallig behoedzaam naar de voorschrift ten van Mozes. Zij had veel en ijverig geleerd van haar moeder en elke bezigheid, die naar nu zoo vertrouwd afging, was haar een herinnering en een zekere band te meer met haar, die haar met smart had gebaard, met vreugde en teedere zorgen had omringd, en haar jeugd tot een liefelijk feest had gemaakt.
In de avonduren, na het nuttigen van het maal riepen zij Sippora en Beliak tot hen. Bij net geoefend fluitspel van den dienstbare zong Samuel en dan niet zelden, liederen van eigen vinding. Soms klonken die teer als het schroomt vallig stamelen van jonggeliefden in herfsttij. Doch ook wel klonk zijn zang ver en hoog op, gelijk de krachtige herfstwind, die dikke boomen overweldigt en al loeiend ter neer velt. Dan bezong hij lsrael’s heldenfeiten, zijn oorlogen met de Philistijnen, en zijn strijd om de vert overing van het heilige land, Kanaan.
Als de dienstbaren met open mond luisterden en niet genoeg konden hooren van die schoone, krachtige liederen dan zette hij zich soms ter neer om hun te vertellen. En trots sprak dan uit zijn woorden, trots op den geest van zijn volk, dat veertig bittere zwerfjaren had doorstaan en zich daarna nog krachtig genoeg had gevoeld om met de wapenen te strijden voor het land, dat het was toes gezegd als erfdeel.
Helder leefden voor zijn geest de overleveringen aan