Zij wachtten een poosje en toen bracht een heiden* knecht Elon’s boodschap, dat hij binnen een kwartier zich bij hen zou voegen. Hij moest eerst nog een kleine twist tusschen eenigen zijner mannen onderling beslechten.
Voor dien tijd echter verstreken was, trad Abdon ben Samgar de tent binnen. Hij keek in het rond en scheen verbaasd.
»Is Elon niet in uw midden ?« vroeg hij dan.
»Neen!« wendde Levie zich tot hem. »Hebt ge de jonge vrouw alleen gelaten ?«
»Er kan haar niets geschieden. Doch Elon ben Jiph* tach liet mij roepen om mij onverwijld te spreken over mijn pleegkind Ezechiël. Wat kan er toch gaande zijn met dien jongen ?«
Levie antwoordde niets, doch voelde zich door een vreemde ongerustheid bekruipen. Debora nu alleen, terwijl de nacht duister was. En haar wagen stond ver voor* uit, wijl die altijd aan de spits van het leger reed.
Hij aarzelde nog, dan snelde hij de tent uit, in de richting van Debora’s wageii. Hij begreep niet wat dat beduidde, dat Elon hen liet wachten en ook Abdon ben Samgar bij Debora vandaan riep.
Hij ging zoo snel als zijn oude voeten, die den vluggen gang ontwend waren, zich konden voortbewegen. Dicht bij den wagen trof een luide stem zijn oor.
»Bloed.... bloed, drinkt de grond van Kanaan, bloed
van Gods uitverkoren volk. En nog toeft ge hier.....«
hoorde hij Debora zeggen.
Hij trad stil nader doch kon het gezegde niet verstaan, dat haar geantwoord werd.
Levie twijfelde er niet aan, dat Elon bij haar was. Elon. Dan was die raad der oudsten slechts een voor* wendsel geweest om hem van haar zijde weg te lokken. En, dan was die onderlinge twist óók leugen en had hij waarschijnlijk evenmin met Abdon ben Samgar te praten over Ezechiël.
Doch waarvoor zooveel bedrog en leugens. Zou Elon 184