over te steken en de vrouwen naar het dichtst bijzijnd plaatsje te vergezellen. Daarna zou zij kunnen terugkeeren.
Eindelijk vertrokken de vrouwen een eindweegs uitge* leide gedaan door een aantal mannen en nageoogd door allen.
Absom riep wat later op den dag de mannen bij elkaar en deed hen schietoefeningen houden met den boog. Vooral de jongeren hadden er veel schik in en toonden zulks door grooten ijver in juist mikken. Waar enkelen meerder malen doeltroffen, ontstond een vriendschappelijke naijver bij de anderen om aan hen gelijk te worden.
Dit was hetgeen Absom beoogde. De mannen van Ruben, schoon al jaren lang in strijd met de zuidelijke volken, hadden er nooit aan kunnen wennen, zich in grooten getale te oefenen teneinde met meer succes aan een machtigen vijand het hoofd te bieden. Nu wilde hij hen leeren, dat persoonlijke moed en behendigheid slechts waarde kregen, als men dezelfde eigenschappen bij zijn strijdmakkers mocht veronderstellen.
Na het middaguur liet hij weer verzamelen blazen en deelde toen mede, dat er een oefeningsmarsch zou worden gehouden voor allen die er aan wilden deelnemen.
Meer dan de helft meldde zich hiervoor aan, zoodat Absom het kamp uittrok aan het hoofd van zes= a zevens honderd krachtige mannen.
Schoon het tempo van den marsch en de verdeeling der gelederen in geen verhouding stonden tot die der geregelde troepen van Eglon, was Absom toch tevreden met den goeden wil zijner mannen. De Israëlieten waren nu eenmaal geen geregelde vechters en krijgslieden zooals de Moabieten en Ammonieten. Onder dezen toch waren keurtroepen, die nooit veld* of anderen arbeid verrichtten, doch altijd in dienst hunner koning naar hier of daar op strooptocht uittrokken. Zijn landgenooten waren land* bouwers en zouden nooit de wapenen hebben opgevat, indien zij er niet toe waren gedwongen geworden.
Men trok noordwaarts langs den Jordaan, om eventu* 96