De gezellige staking

Titel
De gezellige staking

Jaar
1917

Pagina's
363



—    Nou wat sou dat ? Asse me den boel loate in den lap hange — salie jullie gauw in meinens ferrekke.

Me motte nou eirst noa boas Houglandt.

—    Wat motte me bai dien klampebein doen?

—    Wat motte me bai alle boase doen ? 't Is de secretoaris fan de petroonsvereiniging en-ie het weir folk angeset in de Flinderstroat. Motte me dat baigefal moar goedfinde? Dat sou-die wel wille, de smakkert

—    Nei godferdomme — ik mot ’m eirst die weik preffe-tief uitbetoale, schreeuwde schele Ko.

—    Fouruit manne — wat stoane me nou te soanikke. — Allemoal noa Houglandt!

—    Noa klampebein!

—    Four main part, noa klampebein. F'ruit, jonges!

—    Klampebein — klampebein! schreeuwden de jongens.

—    Naar Klampebeen!

Piet liep vooruit met manke Gerrit en schele Ko. De jongens wierpen een paar laatste sneeuwballen naar een clubje kletsende dienstmeiden en volgden dan onder het deuntje:

Klampebein,

Klampebein,

Paiker me moar af.

Frans-pruimtabak stond eenige minuten in zijn broekzak te grabbelen en wenkte dan Ouwe-Kees, dat hij bij hem moest komen. Zij tweeën waren van het clubje oudjes overgebleven; de anderen waren ingerekend.

—    Heb jai nog twei sente ? fluisterde hij schor.

—    Heb jai se? vroeg de ander leep.

—    Ik heb d’r nog acht—    (

De gezellige staking. 6.    81

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.