De gezellige staking

—    Zeg moak je het kort. Wat jai zegge wil, weit m’n douie kat al. Hoe eirder je bint afgepoeierd — des te eirder datte we goan stemme.

—    Vergadering — hoezeer ik ook zie dat het streven van een groot deel uwer is — vandaag de staking te pro-clameeren — wil ik toch nog voor het besluit valt het mijne zeggen om jelui onder oogen te brengen, wat mijns inziens het gevolg zal wezen van zoon stap.

En — dan wil ik u vragen, of ge wel hebt overwogen wat het zeggen wil — in dezen tijd van het jaar den boel neer te leggen, ’t Is nu October, de winter staat voor de deur. Als het aanstonds gaat vriezen, liggen de bouwwerken stil en dat beteekent ook vertraging voor ons werk. Dat wil zeggen — dat er in het algemeen voor ons dan veel minder zal te doen zijn en de patroons best buiten een groot aantal van ons kunnen. Moeten wij dan nu al beginnen ze de pap in den mond te geven en het volk dat ze graag missen willen en kunnen, op de keien te sturen?

Piet Smul vloog op.

—    Wil je g. v. d. dan nog langer legge sammele om die poar spie meir? Wil jai het se dan goan afbeidele op je bloute knieë?

Tik — tik — tak!

—    Colijn heeft het woord! klonk de heldere stem van den voorzitter.

—    Smul vergist zich, als-i denkt dat ik de staking afraai om bij de patroons in de gunst te komen. Nee — zoomin als hij — verwacht ik van ze dat ze goedschiks iets voor ons zullen doen. Maar — daarom wensch ik nog niet mee te werken ons een strop om den hals te halen.

En — een strop wordt die staking — dat staat vast.

12