De gezellige staking

Titel
De gezellige staking

Jaar
1917

Pagina's
363



—    Geift de balie, schudde Ko nu afkeurend het hoofd. Weit je wat we moste? Willem kan’t’s nachts nouit allein af. Je kan niet ouferal tegelaik sain — al bin je duifel sellef. D’r motte meir nachtploege sain.

—    Ik heb d’r wel lol in four een keir....

—    En ik anders wel....

Op een tafel stond Jan-komiek en droeg een komisch lied voor, dat erg in trek was. Het vermeldde de lotgevallen van dronken Toon die er op een Zondagmorgen op uitging, om zijn vischcollege te presideeren en gehavend en halfdood terug werd bezorgd.

Op een mouie Sondagmorrege Was ik eins heil froeg op stap ’k Had me witte hempie an

Dat stoat me toch sou ippes knap.

En me petje skuin geset op ein our Dat stond ou sou siek ’k Most in me vischcollesie weise In den kuil fan Jan-de-kriek.

Zoo luidde het eerste couplet en nadat Jan het had voorgezongen, zong zijn publiek in alle toonaarden het refrein:

Moar ’k kocht eirst een neutje En nog wat fan dat sourt Ik had dien ochtend niets gehad Waarachtig op m’n wourd Want 'k foelde me sou meilig Sou kriebelig in mijn keil 'k Sal ferder goan ferhoale Totdat ’t me verveilt.

106

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.