Om de macht

Titel
Om de macht

Jaar
1931

Pagina's
439



—    Dat dacht ik al, daarom heb ik je ook maar niet geschreven, jongeii. Waar ze is, weet ik niet en mij dunkt het het beste, dat jij dat ook niet gewaar wordt. Ik begin het met Coen eens te worden; neem een voorbeeld aan Carl. Max, zet haar uit je gedachten, ga naar Amsterdam terug en zoek afleiding. De lucht, hier, deugt niet voor jou.

—    Ik ben mijn baantje kwijt, zei hij, somber.

—    Wat? vroeg Mary, verwonderd, ben je aan den dijk gezet? Dat is nu de dank van het proletariaat, zou Coen zeggen.

—    Och, daar heeft het proletariaat niets mee te maken. Dat weet en controleert niet, wat zijn kopstukken doen. Maar, het schijnt dat er een nieuwe chef aan het Verbond gekomen is: Bouwer. Ik ken hem, een heel ander type dan Van Berghem. Een gewezen werkman, altijd vol drukte en beweging.

—    Het is heel jammer voor je. Wat ben je nu van plan?

—    Ik ben teruggeroepen en mag misschien kantoorwerk doen, in de Rembrandtstraat. Maar daar heb ik niet veel lust in. Ik denk dat ik niet ga en hiér blijf.

—    In Berlijn? En dan?

—    Een baan zoeken. Er zal toch wel wat voor me te vinden zijn.

—    Alleen? vroeg ze.

—    Nee, antwoordde hij, aarzelend, ik dacht met Gertrud.

—    Gertrud is plotseling van het tooneel verdwenen. Een dag of tien geleden kwam dat andere meisje, die Irma, die al eerder ontslagen was, haar halen en toen zijn ze waarschijnlijk samen op stap gegaan. Zoover ik weet, is ze een halven dag thuis geweest, maar er vóór den avond weer vandoor gegaan. Zei haar moeder dat niet?

—    Die loog er maar wat op los. Ze zei dat dat al meer was gebeurd. Toen ik je telegram ontving, dacht ik dat jij wist waar ze was. Nu moet ik haar zelf maar gaan zoeken.

—    Heb je het zoo zwaar te pakken, arme jongen?

—    Te pakken. ... ? Ik hou van haar, bekende hij, trouwhartig. Ze kan niet opzettelijk zijn weggegaan, ik geloof het niet. Ik hou het er voor dat ze is weggelokt, of ergens vast wordt gehouden. Je hoort wel meer vreemde dingen in Berlijn. Als ik niet zeker wist dat ze van me hield, zou ik dat niet zeggen, maar haar brieven liegen niet; daar stond veel liefs in.

Een oogenblik weifelde Mary. Ze schonk koffie in en dacht na, of het goed was, dat Ze dat zei.

—    Die brieven heeft zij niet eens geschreven, zei ze dan. Dat was een spelletje van haar en Irma te samen. Ik vind het naar, je dat te moeten zeggen, maar het is beter dat je haar ziet zooals ze werkelijk is, dan dat je een fantazie van haar vormt.

Dit schokte Max. Spoedig echter richtte hij weer het hoofd op.

82

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.