Om de macht

Titel
Om de macht

Jaar
1931

Pagina's
439



stem gewaar werd. In de goedige oogen van den werkman glinsterden tranen. Hij drukte hem haastig de hand en snelde heen. Als hij nog een minuut was gebleven, zou hij in grienen losgebarsten zijn.

Zonder een bepaald doel liep hij den Siemensdamm af, naar het ring-baan-station, Jungfernheide. Eerst toen hij zat, kwam hij er weer toe zijn gedachten te laten gaan. Mary had getelegrafeerd dat ze hem nader schrijven zou. Dan had ze hem dus ook iets te zeggen; misschien wist ze wel waar Gertrud was. Aan het station Gesundbrunnen stapte hij over in den voorstad-trein, naar het dorpje waar de Hallers woonden. Hij kwam Coen in zijn tuin tegen, op het punt van weggaan.

—    Ga je heen? vroeg hij, teleurgesteld. Ik had jullie graag even gesproken.

—    Ja, Landauer heeft getelegrafeerd of ik direct bij hem kwam. Die zit natuurlijk weer achter die meid aan. Mary is thuis. Dag, misschien tref ik je straks nog.

Mary kwam hem met uitgestoken hand tegemoet.

—    Ik verwachtte je al, zei ze met meewarigen glimlach.

—    Is er iets gaande met Landauer? Ik kwam Coen nog net in den tuin tegen.

—    Olga is weggeloopen. Een dag of drie geleden ging ze een boodschap doen en toen we Landauer gisteravond spraken, was ze nog niet terug. Hij is er heelemaal van in de put. Coen denkt dat ze er met een man van door is.

—    Dat komt me niet waarschijnlijk voor, in haar toestand. En, waarom zou ze dat doen? Ze kreeg van Landauer alles wat ze begeerde, tot cocaïne toe. Wat kan ze nog meer verlangen?

Mary haalde de schouders op.

—    Men weet immers nooit, waar een ander naar verlangen kan. En meisjes als zij zijn nog overblijfsels van de inflatie-periode. Ze hebben geen weerstand en zijn haar evenwicht volkomen kwijt.

—    Mogelijk. Maar dan is het me een raadsel, wélke reden Landauer kan hebben, zich nog zoo druk om haar te maken. Loopen laten.

Mary lachte bedekt en staarde hem onderzoekend aan.

—    Dat is ook een van de groote levensgeheimen. En wié weet überhaupt, waar de grens ligt tusschen zuivere menschenliefde en de passie tusschen man en vrouw. Eet je een boterham mee? Coen is in alle haast weggeloopen, zonder iets.

—    Ik heb bij de Kunaths al iets gegeten, antwoordde Max, bedrukt.

Hij stak een sigaar op en ging heen en weer loopen. Het meisje kwam

de tafel dekken en toen ging hij zitten. Maar nauwelijks was ze de kamer uit, of hij liep weer af en aan.

—    Mary, waar is Gertrud? vroeg hij, plotseling. Ik ben op reis gegaan zonder je brief af te wachten.

6

81

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.