Om de macht

Titel
Om de macht

Jaar
1931

Pagina's
439



Den dag daarop ontving hij een brief van het Verbond, onderteekend door Bouwer. Hij las het papier haastig door, in stilte hopend dat hij een nieuwe opdracht kreeg voor Berlijn, die hem in staat stelde daar geruimen tijd te blijven. Dat stond er echter niet in en hoe verder hij las, hoe beklemder hij zich voelde. Bouwer meldde dat hij ontheven was van zijn post als reizend attaché. Er werd hem de mogelijkheid gelaten, zijn betrekking bij het Nederlandsch Verbond te behouden, maar dan moest hij zich ook zoo spoedig als mogelijk was vervoegen aan het bureau in de Rembrandtstraat.

Het feit dat Bouwer en niet Van Berghem of Bogaerts den brief had onderteekend, beschouwde hij als even groote ramp als zijn ontslag als attaché. Hij kende Bouwer weliswaar slechts oppervlakkig, maar herinnerde zich dat Bogaerts hem eens had toegefluisterd, dat hij hem een „lawaaimakend proleet” vond. Wanneer zóó iemand voortaan zijn chef was, dan mocht hij zich er wel op voorbereiden spoedig, om wélk voorwendsel ook, ontslagen te worden. Van Bergen had zich jegens hem, altijd heer getoond, maar het leek hem ondenkbaar dat Bouwer daaraan een voorbeeld zou nemen. En dan? Met zijn prettige reisjes was het, nu hij als attaché ontslagen was, gedaan, maar het ontslag aan het Nederlandsch Verbond zou hem geheel zonder betrekking maken. Wat bleef hem dan nog over?

En Gertrud?

Deze gedachte joeg hem het bloed naar de oogen en deed hem in ontsteltenis, driftig heen en weer stappen. En plots onderging hij de gewaarwording dat er verband moest zijn, tusschen dit onverwacht, slecht bericht en haar niet-schrijven. Zelfs op zijn laatsten dringenden brief aan Mary, had hij geen antwoord ontvangen. Was er dan inderdaad iets met Gertrud gebeurd? Maar, wat dan?

Zelfverwijt steeg in hem op. Als er iets met het meisje was voorgevallen, dan viel dat hém te wijten. Waarom had hij dan ook die nutte-looze reis gemaakt, zonder succès en met zijn ontslag tot slot, terwijl zij ziek en zonder vrienden was? Als hij dan van haar hield.

Hij schrok van eigen gedachtengang; hield hij dus werkelijk van haar? Was het dan niet uitsluitend menschenliefde geweest ?

Hij wist het wel en gaf zich gereedelijk toe; hij hield van Gertrud en sinds hij haar voor het eerst had gezien, had hij feitelijk geleefd en geteerd op zijn visites, bij haar, zijn gesprekken óver haar, Mary’s brief en haar eigen, lieve briefjes aan hem. En vandaag, nu hij dien rampzaligen brief uit Holland ontving, die hem voortaan het verblijf in het buitenland onmogelijk maakte, die hem voor altijd zou verwijderen van Berlijn en dus van haar, nü begreep hij eerst in zijn volle bewustzijn, dat hij van haar hield, als vrouw.

Met een verwensching smeet hij Bouwers brief weg. Hij zou dien vent, dien proleet schrijven dat hij maling aan hem had, dat hij tabak

75

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.