Om de macht

Titel
Om de macht

Jaar
1931

Pagina's
439



bond is verburgerlijkt, omdat onze mannen öf zélf burgers geworden zijn, öf vervangen door échte burgers. Onder de oude leiding en met de oude taktiek zijn we vastgeroest in oude formules en vormen, zonder levenden zin of logisch doel. Vooral de sleur van de meeste bestuurders, om in de leiders van de politieke Partij onfeilbare veelweters te zien en altijd hun meening te vragen én te dulden dat de Partij het Vakverbond beschouwt als een lichaam van den tweeden rang en öp het tweede plan, heeft het meest tot die levende afsterving geleid. In mijn clausule staan een paar duidelijke zinnen over de verwording in de Partij, welke, méér dan iets anders, ons noopt opnieuw scherp de grens tusschen haar en het Verbond vast te stellen.

Wordt de resolutie volgens mijn samenstelling aangenomen, dan vloeit daar logisch uit voort, dat het heele bestuur, zooals we hier tezamen zijn, zijn ontslag aanbiedt. Het mijne ligt hier op tafel! riep hij luid, met een daverenden klap op het bureau, die het meubel deed kraken. Ik wil niet langer bestuurder zijn van een Verbond dat een politieke Partij tot toeziend voogd heeft; we moeten onafhankelijk komen te staan tegenover die instelling, die zich als een nieuwe staat aan ons opdringt. Als er een nieuwen staat te vormen valt, kan dat de organisatie van de arbeiders wel zélf doen. Onze twee honderdduizend menschen hoeven niet langer te paradeeren als marionetten, voor een groep politiekers die aan hun touwtjes trekt.

Hij zweeg en meteen verhieven zich drie, vier stemmen tegelijk. Van Berghem klopte op zijn bureau, tot allen zwegen.

—    Eén voor één. Wieler heeft het woord.

Wieler zei niet meer, dan dat hij het geheel met Bouwer eens was en met de door hem voorgestelde clausule in de resolutie accoord ging. Colter zei eerst ongeveer precies hetzelfe, maar stelde dan voor, de clausule een gemoedelijker toon te geven, om de leiders van de Partij niet al te hard voor het hoofd te stooten. Hij hield Bouwer voor, dat de arbeiders voor het grootste deel aangewezen waren op de pers van de Partij.

—    Maar we moeten ook eigenlijk onze éigen pers hebben! brulde Bouwer. Twee honderdduizend menschen kunnen toch zeker wel een paar dagbladen en een stuk of wat goede weekbladen op stelten zetten. Van hun goeden wil zal ik niets zeggen, maar wat hun kunnen betreft deugt er niet één, van den heelen staf van het Dagblad. De provincie-bladen lachen ons zelfs uit, met onze gebroken potjeslatijnredacteuren.

—    Hou dan tenminste den humor in het oog, in je clausule, zei Colter.

Hoekstra, de voorzitter van den mijnwerkersbond, nam aanstoot daaraan. Hij merkte Colter op, dat het onderwerp van genoeg belang was om althans te trachten, een kwartier lang zich te houden of hij een

63

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.