Om de macht

Titel
Om de macht

Jaar
1931

Pagina's
439



verdacht, communistische connecties te hebben en hem daarom, in mij, vertrouwd gezelschap wou geven?

Van Berghem keek haar verdrietig aan.

—    Nee, een grap was dat niet, maar toch ook niet méér dan een wenk, hoe je je vrijen tijd zou kunnen besteden, in het belang van de Partij. In géén geval bedoelde ik dat het tot een conflict tusschen ons zou leiden. En, als ik je zoo vijandig zie kijken, moet ik wel denken, dat het dat geworden is. Nu, ging hij op onverschilliger toon voort, ben je al wat wijzer geworden?

Ze knikte.

Wat weet je?

—    Partijgenoot Hellinga houdt van me, zei ze lakoniek. Vind je dat niet héél belangrijk.

Achteloos ging ze in een laag stoeltje zitten, strekte de slanke beenen recht uit en legde ze over elkaar.

Uit het hoofdkantoor drong, gedempt, het geluid van gesprekken tot hen door. De deur van het voor-kantoor ging blijkbaar open; er kwamen nieuwe bezoekers. De telefoon belde. Van Berghem trachtte er belang in te stellen, wie hem riep, maar hij kon zijn oogen èn zijn gedachten niet afwenden van het fier, geliefd gezichtje, dat hem nu zoo koel aanstaarde.

—    Kom je wat dichter bij me zitten, Mea? vroeg hij, bijna smeekend. Er is een misverstand tusschen ons, maar op zóó’n afstand kan ik niet met je praten.

—    Nee!

Hij stond op en liep aarzelend op haar toe. Schijnbaar onwillig liet ze zich door hem meevoeren en op zijn knie zetten. Toen hij echter haar zachte wang tegen zijn gezicht wilde drukken, trok ze heftig het hoofd opzij.

—    Nee, ik wil niet. Je wou me immers kwijt en nu heb je je zin. Ik ben met Hellinga verloofd.

—    Dat weet je wel beter, Mea, dat wou ik niét, zei hij, met bevende stem. En je hoeft Hellinga heelemaal niet als voorwendsel te noemen. Het was ons duidelijk dat hij van jou hield en daarom was jij het geschikte meisje, om hem na te gaan en uit te hooren. Maar daarom nog dacht geen haar op mijn hoofd er aan, je kwijt te willen zijn. Ik zou niet weten wat ik al eerder zou willen missen. Is het, omdat, zoo lang mijn vrouw in dat gesticht is, er niets van een scheiding kan komen? Trouwen, had ik gezegd, kan ik voorloopig niet.

—    En heb ik dat soms van je verlangd? O, verantwoord je niet, voor mij.

—    Dat wil ik juist wél, voor mezelf èn voor jou. In mijn positie van Kamerlid en zoo kan ik alleen in een wèttige verhouding leven en

14

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.