Om de macht

Titel
Om de macht

Jaar
1931

Pagina's
439



hoofdje, als in peinzerij, ietwat gebogen, de ooren gespitst, de klare, vrijmoedig-kijkende oogen omfloerst van haar breede wimpers, als om het vrijpostig binnen staren te verhoeden. Haar mond, klein en als in minachting tezamen geknepen, stak iets vooruit, als uitdrukking van een vasten wil en een onverzettelijk besluit.

—    Nu? vroeg ze, toen hij binnen kwam en zacht de deur achter zich dicht drukte. Waarom liet je me hier komen?

Van Berghem staarde haar een oogenblik aan, zwijgend. De trek van moeheid, in zijn oogen, zakte weg en een glans van jeugd-herinnering, een schittering van jeugd-verlangen, ontlook, schuchter, bedwongen. Op zijn gelaat vervaagden de lijnen van ernst en wilskracht, die het een uitdrukking van waardigheid gaven en het werd blozend, onzeker, als van een jongen man, die het meisje nog niet durft te zeggen wat hij voelt, uit vrees van niet begrepen te worden, of, erger nog, haar lachlust op te wekken. En héél zijn houding van voorzitter van het machtig Verbond veranderde, verloor haar zelfbewustheid, evenals zijn stem, die zoo even nog zoo vast had geklonken. Nu, in tegenstelling tot even tevoren, in het hoofd-kantoor, sprak deze het meisje zacht, ja vleiend toe. Een glimlach van bevrediging, ja, verholen zegepraal, gleed uit haar ooghoeken, langs haar gezichtje omlaag, toen hij haar bijna aarzelend de hand toestak.

—    Mea, waarom heb je gisteravond niet gewacht, tot het eind van de vergadering?

—    Dat was niet noodig, Rommers maakte het steno-verslag. En, ik was dood-op.

—    Ontwijk mijn vraag nu niet. Ik had je verzocht op me te wachten. Waarom liep je zoo vroeg weg?

Het meisje haalde de schouders op.

—    Had ik het dan beloofd? vroeg ze, plagend. En bovendien. . . mijn verloofde kwam me halen.

—    Je wat?

Verbluft, geërgerd trad Van Berghem op haar toe en trachtte haar hand te grijpen. Ze trok die terug.

Je verloofde? Wat is dat voor een nieuwigheid?

Nu schalde plots zoo luid haar spotlach los, dat hij, geschrokken, den vinger tegen zijn mond sloeg. Dan schudde hij mistroostig het hoofd en liet zich in een clubfauteuil, achter zich, zakken.

Je verloofde, herhaalde hij zacht, ongeloovig, afkeurend.

—    Ben je daar nu heusch verbaasd om, of hou je je maar zoo? Weet je dan niet eens meer dat je Hellinga aan mij voorstelde en ons op vaderlijke wijze verloofde?

—    Dat was immers maar een grap.

—    Was het dan ook een grap dat het Partij-bestuur hem er van

53

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.