Om de macht

Titel
Om de macht

Jaar
1931

Pagina's
439



van de verschrikkelijkste plagen die een mensch kon treffen. Het onbeschroomde van haar antwoord en houding ontroerde en ontzette hem tegelijk. Feller, schriller dan op één stakersvergadering, in het gezin van een werklooze of bij een fabrieksongeval, voelde hij in haar woorden een felle aanklacht tegen de leugen „beschaving”.

Hij weifelde nog. Wat zou, wat moést hij haar nu zeggen?

—    Ik zou je graag helpen, begon hij dan, op ontroerden toon, maar dan moet je niet tegenwerken. Ikzelf heb geen geld, maar voor een geval als dit durf ik wel te beschikken over een bedrag van het Vakverbond, waar ik in betrekking ben. Maar natuurlijk op voor. . . .

Op dat oogenblik kwam moeder Kunath de kamer binnen.

—    Ze is dus heusch met U uitgeweest? vroeg ze.

—    Ja, juffrouw, antwoordde hij verbaasd, niet begrijpend wat ze wilde weten.

—    Nou, ik wou dit maar zeggen, ik hoorde zoo iets zeggen van geld, maar stoor je maar niet aan haar. Als ze iets noodig heeft, kan ze er voor werken en als ze het geld maar voor het krijgen heeft, steekt ze nooit van haar leven meer een hand uit. Als een meisje lui is en niet werken wil en de heele dag rondwandelt of in bed blijft liggen....

—    Maar U weet toch dat ik me niet prettig voel en dat ik zóó geen werk zoeken kan.

—    Dan moet je naar den dokter gaan, dan kan ie je zeggen wat je mankeert. Maar dat wil ze óók niet en daarom zeg ik dat het luiheid is en die haar daar in sterkt doet er verkeerd aan. Werken is gezond en we moeten het allemaal doen, als we geen geld te veel hebben. Wat U, mijnheer?

—    Voor de meeste menschen....

—    Wat de meeste menschen? Voor haar dus niet? Hebt U je ook laten inpakken door d’r mooie gezichie. . . . ?

Buiten sloeg woedend een hond aan. Moeder Kunath liep op een draf de kamer uit en bespaarde Max daarmee het geven van een antwoord, dat zich niet gemakkelijk liet vinden. Bij haar verwijten aan het meisje had hij Gertrud aangestaard. En, ofschoon haar mond scheef trok van pijn en ze er uitzag als een landloopster, kwam ze hem nu veel liever en aantrekkelijker voor, dan hij haar in gedachten had gevonden.

—    Toen je moeder binnen kwam wou ik je juist zeggen, dat ik je alleen wil helpen, als je onmiddellijk onder behandeling gaat. Wil je dat?

—    Moeder mag niets weten, antwoordde ze aarzelend. Ik spreek je nog wel.

Dit antwoord hinderde hem, omdat hij het een gevolg achtte van moeder Kunaths schamperen uitval tegen hem. En ineens, zonder zijn stem te verheffen, begon hij tegen haar uit te varen. Hij vroeg of ze gek was, of ze zich verbeeldde dat ze recht had op zoo’n bekrompen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.