Om de macht

Titel
Om de macht

Jaar
1931

Pagina's
439



de wind door het getwijg der dikke boomen en deed de bladeren ritselend vertellen van leven en verlangen.

Verder weg speelden kinderen op een zandheuvel. Een meisje zat op de knietjes voor de anderen, hield dezen een bal van zand voor en scheen daarvan allemaal wonderbare dingen te vertellen, want haar makkertjes waren een en al aandacht.

Uit het bosch zweefde een zwoele, bedwelmende lucht de tuinkamer binnen, haar als vullend met zon- en zomergedachten, met herinneringen aan jeugd en verleden, met vertellingen van schoonheid en liefde.

—    Een paar uur? herhaalde Mary, na een poosje, zacht, zijn woorden. Wat is het opeens stil.

—    Al ken je haar pas een paar uur, zei Haller, iets luider dan zij. Waarom zou in een paar uur niet hetzelfde met een mensch kunnen gebeuren, als in een week of een jaar?

Max rukte zich los van zijn droomgedachten, keek hem verwonderd aan en lachte dan, voor het eerst gedurende zijn bezoek, zijn ouden, vroolijken lach.

—    Coen, je daast. Dus al dien tijd was je in de meening dat ik even gauw op dat meisje verliefd ben geworden. Al kon ik er duizend gulden mee verdienen, zou ik op het oogenblik niet eens kunnen zeggen, of ze mooi is of een alledaagsch gezicht heeft. Waarom grijns je, Mary?

—    Ik grijns niet, ik lach.

—    Waarom lach je dan, als je dat grijnzen zoo noemt.

—    Omdat je je zoo ernstig verontschuldigt, jongen. Zeg nu maar eerlijk dat ze er aardig uitziet.

—    Jullie schijnt wel een span samenzweerders. Nu goed, ze heeft een bizonder mooi gezichtje. Maar is dat nu een reden om haar in den steek te laten, als ze hulp noodig heeft?

Mary schudde het hoofd en lachte nog luider.

—    Verdomme, lach je nu nog? Waarom nou weer?

—    Zou je haar heusch laten gaan, Max, als we je dat sterk aanrieden? vroeg ze, schijnbaar heel ernstig.

—    Ik weet het niet, antwoorddde Max, weifelend. Misschien. . . .

—    Nu, doe dan wat je niet laten kan. Je zou immers toch weer naar haar toegaan, al bonden we je hier vast.

—    Dat heb je aardig mis. Ik stuur haar een brief met wat geld er in, zooveel als ik denk dat ze noodig heeft.

—    Dan antwoordt zij jou natuurlijk en zet ze meteen de klem een beetje open.

—    Wat een flauwe kul! riep Max, luider dan hij bedoelde. Ik stuur haar geld om zich te laten verplegen en ga dan naar Saksen. Wat heeft dat nou met een klem te maken? Uit Beieren ga ik over Mannheim naar Holland, dan kom ik dus niet meer hier en zie haar ook niet meer.

20

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.