Om de macht

Titel
Om de macht

Jaar
1931

Pagina's
439



landsch Dagblad gemunt, zou moeten aanvaarden, ja pareeren, alsof ze hem persoonlijk er tusschen namen. Die redacteuren en journalisten in Holland waren stumpers en ezels, dat wist hij allang, en iedereen in de Partij, die een beetje zelfstandig denken kon, wist dat ook. Maar Holland was nu eenmaal Holland. Ze zetten daar de sukkels niet aan den dijk of ze moesten heelemaal kindsch zijn en als ze eenmaal dat oude span gingen vervangen, zouden ze misschien lui nemen die nog stommer waren, om den boel eender te laten blijven en de lezers niet aan het schrikken te maken. Maar met dat al moest hij nu maar weer voor stootblok van die gehaaide moffen dienen.

Eeuwig gedonder ook, mopperde hij. Wanneer is die conferentie? Morgen? Prachtig. Dan ga ik zoo meteen naar Coen Haller, dan weten ze tenminste niet waar ik ben, als het soms in hen opkomt me vandaag al te zitten te beduvelen. Toch een mooie meid. Wat zou d’r eigenlijk schelen? Het zou een prachtbak zijn, als ik haar mee naar Holland nam. Zou je die ouwe smulpapen zien trekkebekken, als ik haar voorstelde.

Een kwartier later zat hij in den ondergrondtrein, op weg naar het Stettiner Bahnhof. Daar stapte hij in den voorstadtrein, naar het plaatsje waar zijn vriend woonde. Coen Haller was in den inflatie-tijd naarDuitschland gegaan, om vandaar bijdragen over Duitsche literatuur aan Hollandsche bladen te zenden. Hoewel van onder-middelmatig talent was het hem na korten tijd gelukt, door middel van een mate van indringerigheid welke men hem, den zoon van een rijken confectie-koopman, niet kwalijk nam, vaste medewerking te verwerven aan verschillende bladen en tijdschriften. Max kende hem uit zijn studietijd en had hem meermalen, als hij voor het Verbond in Duitschland was, bezocht, om met hem over hun gemeenschappelijke vrienden en den ouden tijd te praten. Hij zelf wist niets van literatuur en begreep nog minder welk belang het had, zulke groote, omslachtige stukken over de boeken van anderen te schrijven, als Coen voortdurend deed. Maar hij mocht hem wel, omdat hij in hem dikwijls zichzelf terug zag en soms meende dat, wat Coen deed met de boeken van anderen, hij volvoerde met den arbeid der leden van het Verbond. In zijn goede, eerlijke oogenblikken wist hij, dat ze feitelijk allebei parasiteerden op het werk van anderen en dat had hij Coen wel eens gezegd. Deze echter had die definitie, zoover ze hem betrof, afgewezen en ten slotte beweerd dat, als hij en Max dat werk niét deden, anderen het in hun plaats graag zouden doen. Per slot van zake werkten ze toch ieder op eigen wijze, zei hij, en dat was meer dan velen, die het beter hadden dan zij, konden zeggen.

Van het station leidde de weg naar Hallers woning door het bosch van Tegel. Max stapte opgewekt voort. Nu hij er bijna was, vond hij het weer prettig, bij Coen en Mary te zijn, met kleine Molly te spelen en

14

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.