78 TROUWEN.
In de woning steeg zijn verbazing al meer. Hier zag hij haar weer van een andere zijde — wel niet gansch nieuw, wijl het aansloot op haar gewoon meisjesgedrag, maar toch steeds meer in tegenstelling tot het droefsnikkend meisje dat handenwringend haar smart verkropte.
Hier was zij huurderes en méér, dan hij huuider; de aanstaande mevrouw en heerscheres in haar woning. Zij liet zich het behangsel-stalenboek brengen en het bladzijde na bladzijde ontrollen; daarna sprak ze kort en beslist haar oordeel uit over de verschillende monsters. Effen papier verfoeide ze — vooral in het salon — maar toch moest de behanger rol voor rol, langs den wand houden. Dan koos ze, lichtendbruin, met vloeiend gouden rand, erg breed — geteekend met blokken in zacht geel. De lambriseering, anderhalve