DOOR
RALPH SPRINGER.
I
Liefkoozend schoof Simon zijn arm om haar leest — in innig verlangen haar door die teedere aanraking nader aan zich le
verbinden...... nu de avondschemering
zachtjes aan alles onduidelijker maakte......
— Ben je...... voel je je nu gelukkig,
Roos ? trilde zijn diepgevoelige stem, fluis-ter-zacht, als vreesde hij door te luiden klank de rust der schemering te verstoren, — Och-ja 1