122 TROUWEN.
haastig opstaand om haar lach voor hem te verbergen.
Wat gaf het nu, dat ze de straat opgingen, dacht hij. Al wandelden ze nu den geheelen middag, met die kinderen bij zich zouden ze toch niet ernstig kunnen spreken. O — hoe gemakkelijk ging haar dat alles af — hoe uitgespitst was zij toch.
— Kinderen......
— Wat is d’r aan ’t handje, Sim ?
Hij moest er iets op verzinnen, maar wat? Hij kon ze immers niet teleurstellen — vragen of ze nu eens wilden thuisblijven.
— Meisjes — hoort eens even......
— Wat is het, Sim, vroeg Jetty en stak haar arm door den zijne.
— Ja — Sim — vertel op — sentimen-teelde Selly. Alles al wat op je hart ligt.
Onwillekeurig ontsnapte hem een zucht.