TROUWEN. 105
— Pa is wel op dreef, van morgen, zei Roos.
Vergeleken bij vader’s uitgelaten vertel-woede en de bulderende lachbuien van haar Broer Bram en de zusjes Jetty en Selly, leek zij wel de kalmste van het gezin. Haar aangenomen waardigheid strookte het meest met de aangeboren stilheid harer moeder. Deze — ingetogen vrouwtje — uitte haar innigste vreugde nooit sterker dan door een stil lachje, dat, heel even den mond omkransend, haar ingevallen wangen beglansde. Geboren en opgegroeid als een der elf kinderen van een fruitventer, had zij in haar jeugd van kommer en ontbering, die zonnige vreugde en dar zorgeloos schateren, wat haar kinderen zoo goed verstonden, niet geleerd. En — hoewel sinds haar trouwen met den diamantslijper Goudeket haar maatschappelijk peil voort-