Naar Rapidolië het zesde werelddeel

Titel
Naar Rapidolië het zesde werelddeel

Jaar
1927

Pagina's
134



De Olifant voerde zijn gasten in de middenruimte en wuifde naar alle kanten met zijn slurf. Toen het eindelijk stil was, floot de oude Leeuw driemaal door zijn snuit en toen kroop een worm tot vlak voor de pooten van den Olifant.

Aanstonds vloog een lijster naderbij en zette zich naast den worm neer. Daarna kwam een aardig poesje sierlijk aangehuppeld, gevolgd door een wolf, die dat meer op zijn gemak deed. Na hem kwam een prachtige koningstijger aanstappen, in gezelschap van een boa constrictor, die hem slechts met moeite kon bijhouden. De slang keek erg suf om haar heen, alsof ze zoo juist uit haar slaapje was gewekt.

Opnieuw floot de oude Leeuw driemaal. De lijster hield zijn snavel wijd open en de worm kroop er in. Terstond vloog de vogel in den bek van den poes, deze liet zich geduldig door den wolf verslinden en de koningstijger slokte met één hap den wolf op. Hij slikte nog eens na en legde zich toen vlak voor de boa neer.

Deze begon hem naar slangenaard te belikken en deed dat grondig, maar zonder haast. Eindelijk sperde de luiaard de kaken open en werkte den koningstijger, met hulp van deze, naar binnen.

Dat duurde nog al lang, want de slang moest zich er erg voor uitrekken. Ze

zette zoo vreeselijk uit, dat Don dacht haar te zien uiteen springen.

Eindelijk was de tijger goed en wel opgeborgen. De boa gaapte, keek slaperig om zich heen en kneep de oogen dicht.

Allen keken ademloos toe. Zelfs Manus wist daarop geen grap te zeggen. Alleen de ezel stond hi-hi-hi te grinniken, maar naar zijn dom gezicht te oordeelen wist hij zelf niet waarom.

Toen greep de Olifant de slang, die rustig snurkte, met zijn slurf beet, tilde haar op alsof ze een takje was en duwde haar met koningstijger, wolf, kat, lijster en worm door zijn keelgat. Hij knikte de kinderen vriendelijk toe en trompette daarna in het rond, als was hij een gewone kermis-olifant, die voor een aalmoes een kunstje had vertoond.

Manus keek Oerda aan, die, teleurgesteld door die wreedheid, zwaar zuchtte.

—    Hoe noem je dit nu ? vroeg hij. Vind jij dat ze nu allen zijn gek geworden, of hebben ze integendeel hun dierenverstand terug gekregen ?

—    Ik weet het niet meer, antwoordde ze bedroefd.

—    Oerda, fluisterde Elly, ik ben bang dat al die dieren nu in eens weer lust in verslinden krijgen. Waren we maar alvast weg.

86

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.