Naar Rapidolië het zesde werelddeel

Titel
Naar Rapidolië het zesde werelddeel

Jaar
1927

Pagina's
134



Manus in zyn element.

De Oude Leeuw bood Gerda galant zijn rug tot zitplaats aan en de tijgers noodigden den jongens tot een ritje uit. De bok wendde zich fier tot Elly, alsof dat idee het eerst bij hém was opgekomen. En zoo reden de kinderen het dal door, om met de dieren van het Vrede-Rijk nader kennis te maken.

Manus was niet tot een ritje genoodigd en sprong dus maar ongevraagd op een der schapen. Dat dier wierp hem echter met onnoozel gezicht op den grond, alsof het een vlieg hinderde. Toen probeerde de hond het nog eens op het andere schaap. Maar dat deed net of het plotseling lust in rollen kreeg en toen lag Manus weldra onder en het zware schaap op hém.

De vuur-loutering had hem echter de ongemanierde woorden, die hij bij zoo'n gebeurtenis placht te zeggen, doen vergeten.

—    Zeg eens, lawaaimakers! riep hij nu maar, noem je dat nu gastvrijheid? Als ik mijn vriend Rapido tegenkom zal ik hem een boekje van jullie open doen.

—    Zou hij wel Manus zijn ? blaatte het eene schaap en sloeg hem met een poot

vriendschappelijk op den schouder.

— Rapido zei dat hij een grappenmaker was, antwoordde het andere en sloeg Manus op den anderen schouder, alsof dat er zoo bij hoorde.

— Misschien houdt hij niet meer van grappen, mopperde het eene schaap en trad eenige stappen terug.

— En misschien toch wèl, bromde het andere en liep ook een eindje terug.

Manus gluurde naar beiden en een snaaksche lag kroop over zijn oolijken snuit. Hij doorzag ze nu, die knapen. Het volgende oogenblik, toen ze van weerszijden op hem aanstormden, sprong hij öp en bleef even zweven. Toen ramden de schapen tegen elkaar aan en rolden om en om. O, wat lachte Manus nu.

De schapen, goedmoedig als hun soort, vergaven hem dadelijk dien streek en lachten mee. En nu renden ze met hun drieën de kinderen achterna.

Die hadden, na een rit door het dal, een groote schare dieren bereikt, waaronder, behalve de reeds bekenden, ook paarden, koeien, honden, hazen, katten, muizen en insecten waren. En nu bemerkten ze opnieuw, tot hun groote verbazing, hoe gezellig en vriendschappelijk die allen met elkaar speelden. Weldra rolden ze even lustig mee als de dieren, net alsof ze hun leven lang in het Vrede-Rijk hadden doorgebracht.

De komst van Manus veroorzaakte een blijde verwarring en uitbundig gejuich. Hij werd onmiddellijk door een menigte dieren omringd, die hem van louter vreugde en aandoening ondersteboven smeten en hem allerhartelijkst pakten, porden en aanboksten.

Toen hij zag dat de kinderen zich geen greintje verstandiger gedroegen, verloor hij ook alle kalmte en werd de losbandigste van den heelen troep. Hij

82

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.