Naar Rapidolië het zesde werelddeel

Titel
Naar Rapidolië het zesde werelddeel

Jaar
1927

Pagina's
134



Maar het scheen dat het vérzien naar Amsterdam te veel tooverkracht van het stokje had gevergd. Want, Don’s bevel bleef voor de eerste maal sinds hij het stokje bezat, zonder resultaat.

De toestand werd netelig. Reeds hadden de vonken eenige keeren de jurken

der meisjes aangetast en hadden de jongens ze haastig met de handen moeten dooven. En de vonken schenen de laatste krachten van dien armen Ellipsicatorus uit te putten. Zijn kreunen werd eerst steeds luider, tot het plotseling zakte tot droevig zuchten. En toen begon hij te dalen.

— Don, we dalen! riep Oerda verschrikt. Ddn zijn we heelemaal aan die verschrikkelijke Bromtollen overgeleverd.

— Rijzen! gebood Don met strenge kapiteinsstem. Maar de tooverkracht scheen niet meer te kunnen werken op het zweeftuig. De Ellips bleef zakken.

—    Kunnen we niet meer omhoog, Don? vroeg Elly met benauwd stemmetje.

—    We moeten maar een oogenblik afwachten, antwoordde hij kalmeerend. Maak je maar niet ongerust.

—    Maar dan moeten we verbranden! riep ze. O, Oerda, dat zou vreeselijk zijn.

Gerda keek Don vragend aan. Hij zwaaide nog eens gebiedend met zijn stokje,

maar de Bromtollen en vonken bleven en het zweeftuig daalde nog steeds.

—    Wat dunkt jou er van? fluisterde San.

—    We zijn voor de haaien, antwoordde Don, zacht.

—    Je bedoelt voor de Vuurroode Bromtollen, schertste San.

—    Zooals je het noemen wilt. Als

de eene of andere tooverij ons niet uit die vuurlucht helpt, is dit het laatste wat we van Rapidolië en van -s, de heele wereld zullen zien.    j||

—    Dèn moet Rapido ons helpen, f

zei Oerda, die deze woorden opving, * met heldere stem. Radido, Rapido, help ons! riep ze luid.    ;

Er kwam geen antwoord. De vonken vermeerderden zich en nu leek het alsof een tiendubbel vurig gaas*, om het zweeftuig was gespannen.10"

Er sloegen vlammen uit Ellipsicatorus. Zelfs raakte Oerda’s haar even in brand.

Het zweeftuig zakte nog steeds, omringd door vurige Bromtollen. Zij schenen levende, hun vijandige wezens, die zich op den ondergang der kinderen toelegden.

—    Rapido, help ons! riep Don nu luid. U hebt het beloofd, kom dus nu.

—    En je Tooverstokje dan, Don? vroeg nu een bekende stem.

72

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.