Zij beweren, dat tooveren fopperij is en ze gelooven alleen nog maar wat ze zien. Wijs schudde bedroefd het grijze hoofd.
— Dat is jammer voorde kinderen, als zij niet meer gelooven aan het mooie, wat de sprookjes hun leeren. Als kinderen in hun jeugd lezen dat kwaad in
goed en leelijk in mooi kan veranderen, dan zullen zij, als ze groot zijn, altijd naar die wonderen uitzien. En als de Toovenaars er dèn geen tijd voor hebben, zullen zij zelven trachten het te doen. Kinderen, die van mooie sprookjes houden, worden later goede menschen, die het slechte verachten.
— Elfen en Kabouters, verschijnt! riep hij luid.
Aanstonds krioelden door het woud honderden dansende Elfjes en klauterden ontelbare Kabouters langs de boomen op en neer. De leerlingen vonden het een gunstig oogenblik, om het Pinka-ponkalied weer aan te vangen, maar Wijs fronste streng het voorhoofd.
Daarop vroeg hij allen Toovenaars, Elfen en Kabouters raad, hoe men de kinderen weer aan tooverij kon doen gelooven en hen tot het lezen van sprookjes kon brengen. En een ieder zei iets. De een wou tien millioen tooverboekjes met beweegbare platen onder de kinderen verdeelen. Een ander wilde naar iedere school een echte Fee, Elf of Kabouter sturen,om in plaats van de onderwijzers les te geven. En een derde stelde voor, in de groote tooverbakkerij vele mil-lioenen Toovenaars, Elfen en Kabouters te maken van chocolade en marsepein en die onder de kinderen uit te deelen.
Toen kwam Rapido, de Hollandsche Toovenaar, naar voren en sprak met luide stem:
— Edele en machtige Tooverhoofd-
man! De kinderen zullen niet weer aan ons en onze daden gelooven, of ze moeten met eigen oogen het groote Tooverland, ons Vaderland, hebben gezien. Ik raad u aan eenige kinderen daar heen te sturen en ze alles te laten meemaken. Als zij dan later terugkomen en er van vertellen____
De anderen vonden dien raad zóó prachtig, dat ze Rapido zelfs niet lieten uitspreken. Ze droegen hem in het rond en zongen daarbij het Pinka-ponkalied der Toovenaars. Zelfs Wijs zong mee, zoozeer was hij in zijn schik.
Uit erkentelijkheid voor Rapido’s goeden raad besloot hij dat Tooverland voortaan „Rapidolië’’ zou heeten en dat Rapido er dié kinderen heen mocht sturen, welke hij geschikt vond.
6