Naar Rapidolië het zesde werelddeel

Titel
Naar Rapidolië het zesde werelddeel

Jaar
1927

Pagina's
134



—    En nu er op lo«, zei San dapper. Ik stel voor dat heele booswichtersvolkje met onze tooverstokjes te dwingen hun levensgas uit te spuiten.

Don had daar geen ooren naar.

—    Nog een poosje geduld, zei hij ernstig, als een heusche bevelvoerder. Nu we weer de macht aan ons hebben, hoeven we ons niet te haasten. Onze tijd komt spoedig.

Het bleek weldra dat hij gelijk had. Dienzelfden dag nog trokken groote massa’s Kubussen in slagorde te zamen, als een leger dat op marsch gaat. San bond Manus met een touw aan zich vast, om den hond niet weer te verliezen.

En het bleek dat hij goed had gezien, want geen vijf minuten later stortten wéér vier Kubussen op hen af, net als eenige dagen geleden aan het Zilvermeer.

Doch nu waren de blaadjes omgekeerd, daar de kinderen door middel hunner stokjes de Kubussen konden beheerschen. Ze maakten het zich dan ook recht gemakkelijk, boven op een vlak. Nu was het net of ze vier kubieke luchtballons hadden besteld, om hun reis te vervolgen door Rapidolië.

De vier Kubussen met de kinderen sprongen voor het leger uit en duizenden volgden hen. Daaronder waren ook voormalige halve Ellipsen en die sprongen nog woester dan echte Kubussen.

Uren lang ging de springtocht door het vlakke land der Groene Kubussen. De voorhoede trok om heuvelen heen, om zich niet onnoodig te vermoeien.

Don gebood de vier Kubussen, dat ze niet meer springen mochten doch naast elkaar moesten zweven en tegenknorrend gehoorzaamden zij. Nu konden de kinderen rustig met elkaar babbelen.

—    Ik zie nog niets dan groen en groen, zei Don, door zijn stokje turend. Dit land lijkt onmetelijk groot. Toch moeten ze een bepaald doel hebben, nu ze er met zoo’n geweldige vaart op uittrekken.

—    Het zou mij niets verwonderen als het niet op de Roomgele Ellipsen losging, antwoordde San.

— En ik ben er zeker van. Nu, ik verheug me al op de poets, die ik ze ga bakken.

Eindelijk verrees aan den gezichtseinder een bergkam. Daarheen zette het leger der Kubussen nu steeds sneller koers en al luider klonk het vreesaanjagend geknars dier duizenden.

Manus begon dat akelig geluid te vervelen en om zijn Kubus te plagen bootste hij diens geknars na. Deze scheen er woedend om te worden en trachtte door verraderlijke buitelingen San en Manus van zich af te werpen. Maar nu de jongen weer in bezit van zijn stokje was, had een Groene Kubus geen kans meer tegen hem.

Manus bemerkte dat en bedacht nu de geniepigste en vernederendste schimp-woordjes, die hij den opgewonden Kubus toefluisterde. Dat was wel niet erg aardig van den hond, maar de Kubussen hadden het er ook wel een beetje naar gemaakt.

M

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.