Naar Rapidolië het zesde werelddeel

Titel
Naar Rapidolië het zesde werelddeel

Jaar
1927

Pagina's
134



—    Ze zijn dus toch trouw gebleven, antwoordde zij. Maar wat knarst die groote daar voor onzin uit?

—    Zooveel als ik er van begrijp, antwoordde Don, is hij een aanvoerder en wekt hij de anderen voor een of ander plan op. Nu allen slapen, jongens.

De wet in Kubussenland: alles moet kubiek zijn.

Toen de kinderen wakker werden, waren hun pleeg-Kubbussen verdwenen. Er sprongen wel velen in hun nabijheid rond, doch daar ze allen op elkaar geleken, konden ze de door hen geheelden er niet uit vinden.

De vijandigheid tegenover hen scheen te zijn verdwenen. Althans bleek niet één Kubus erg op hen te hebben.

—    Onze vrienden hebben ons verlaten, zei Oerda.

—    En misschien alweer vergeten, vulde San aan. Ik veronderstel dat hun geheugen nog geringer is dan hun verstand. Wat dunkt jou, Don?

Don antwoordde niet direct. Handen in de broekzakken keek hij oplettend

naar een groep Kubussen.

— Ik ga er heen, zei hij eindelijk. Ik moet eens zien wat die daar uitvoeren.

— Blijf bij ons, smeekte Elly. Als je dichter bij hen komt vallen ze misschien op je aan.

— Ze kunnen ons hier even goed kwaad doen, antwoordde Don kalm. En nu ze dèt laten, zullen ze ons waarschijnlijk ginds ook niet aanvallen. Ik heb er mijn redenen voor.

— Dan ga ik met je mee, zei Oerda kordaat.

—    En ik! riepen Elly en San tegelijk.

Met hun vieren liepen ze er heen, doch bleven verwonderd staan kijken. Op den grond, omringd door forsche Kubussen, lagen verscheidene roomgele, ellipsvormige voorwerpen. Of eigenlijk lagen ze niet, doch rolden ze ongeduldig heen en weer.

—    Wat een rare dingen, zei Gerda. Hoe zouden die hier zijn gekomen ? J-fun kleur komt niet overeen met al dat groene hier en gisteren waren ze er nog niet.

San keek Don vragend aan. Die streek peinzend met den vinger langs zijn neus*

—    Ik weet het al, zei hij dan. De groote troep Kubussen die gisteravond laat plotseling binnenviel —

—    Was een leger dat van een tocht terugkwam, viel San hem levendig bij.

—    Juist, zei Don. En deze roomgele Ellipsen zijn dan overwonnenen uit een vreemd land. Misschien moeten ze de Kubussen wel als slaven dienen, maar het is me een raadsel op welke wijze.

Herhaaldelijk poogden een paar Ellipsen te ontvluchten. Ze sprongen niet omhoog, zooals de Kubussen, doch stegen op als een vliegmachine! Echter waren de Kubussen vlugger dan zij en achterhaalden hen met hoogen sprong. Van boven af wierpen zij zich op de vluchtelingen, die dan ter aarde stortten.

58

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.