Hij dacht aan Manus en tranen kropen uit zijn oogen. Plotseling was het woedend geblaf van zijn trouwen hond verstomd en nu vreesde hij, dat de Kubussen hem hadden gedood. Hij waagde het echter niet, gedurende dat luchtbuitelen achterom te zien, daar hij vreesde door de minste beweging van den Kubus te vallen. En dié sprong soms wel tien meter hoog.
Nu huppelde hij een berg op, licht en gemakkelijk als een duinkonijntje, en eiken keer dat hij neerkwam, raakten San’s beenen den rotsgrond. Maar daar lette de jongen minder op; slechts door uiterste wilsinspanning gelukte het hem zijn hoofd voor die aanrakingen te behoeden.
San slaakte een zucht van verlichting, toen zijn Kubus den top had bereikt. Dat huppelend bergbeklimmen viel niets mee. Hij keek naar omlaag, in het dal en slaakte een kreet van bewondering-
Hij zag dan ook iets zonderlings. In een wijd, onafzienbaar dal lag een stad, of beter een verzameling bouwmaaksels, geheel van Groene Kubussen vervaardigd. De huizen werden gebouwd door Kubussen, die op elkaar huppelden en zich tot muren vormden.
Anderen deden nog vreemder werk. Die maakten Kubussen.
In gevangenschap.De Kubussen kantelden de kinderen op den grond en lieten ze daar liggen. Onmiddellijk huppelden er honderden om hen heen. Als ze menschen waren
geweest, had men ze nieuwsgierig kunnen noemen. En misschien waren zij dat wel.
San stond op en ging bij de meisjes zitten. Gedurende de reis waren de kinderen zooveel van elkaar gaan houden, dat ze niet lang meer buiten eikaars gezelschap konden.
— Elly, Gerda! riep hij. Wordt wakker! Ze zuchtten wel, maar haar oogen bleven dicht. San keek om zich heen of er water in de buurt was. Hij bemerkte veel dunne stroompjes die van den berg afvloeiden, doch dat water was ook al groen. Dan waschte hij de meisjes maar liever niet af, dacht hij.
Hij streelde haar wangen tot ze de oogen open deden. Gerda richtte zich weldra op, keek om naar Don en liep op hem toe,
Hij zat met zijn rug tegen een beschadigden Kubus aan, die door gasverlies
53